hoorcollege 2 Flashcards
kenmerken kwalitatief onderzoek
interesse omgeving respondent, contextuele benadering, perspectief respondent, sociale werkelijkheid omschrijven, algemeenheid naar theorie
doel kwalitatief onderzoek
sociaal fenomeen begrijpen, empirische patronen vinden, startpunt theorie of uitbreiding
inductief onderzoek
concreet naar algemeen (theorievormend, grounded theory)
deductief onderzoek
algemeen naar concreet (theorietoetsend, categorisatiematrix)
abductief onderzoek
theorievormend met gebruik van bestaande theorie (grounded theory)
grounded theory
systematisch, theorie ontwikkelen, gebruik data, open minded
SPI(C)E
S: setting, waar
P: perspective, over wie
I: interest, wat (algemeen)
C: comparison, vergelijking
E: evaluation, resultaat
memo’s
aantekeningen
doelgerichte steekproef
Selecte groep mensen die aan specifieke voorwaarde voldoen
case study logic: specifieke respondenten
sample for range: zo breed mogelijk
quotasteekproef
van tevoren staat vast hoeveel respondenten met specifieke kenmerken opgenomen moeten worden
sneeuwbalsteekproef
een subject uit de doelpopulatie leidt tot een nieuwe
gemakssteekproef
subjecten die makkelijk te benaderen zijn
sequentiele steekproef
criteria waaraan respondenten moete voldoen worden tijdens het onderzoek aangepast
transferability
conclusie ook voor andere
emperical: andere context andere respondenten
theoretical: overeenkomst andere onderzoeken
thick description: uitgebreide beschrijving respondenten
theoretical sampling: meerdere rondes
confirmability
objectief te werk gaan
reflexiviteit
audit trail: extern die meekijkt