Hoorcollege 2 Flashcards

1
Q

Oorzaken verstandelijke beperking

A

onbekend, single gen, chromosoom afwijkingen, erfelijke stofwisselingsziekte, gedurende zwangerschap, FAS, bevalling, congenitale aandoening van centrale zenwustelsel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

beperking van Y-chromosoom

A

Zijn kleiner dus minder genetisch materiaal, sommigebeperkingen ernstiger bij mannen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

man en vrouw chromosoom

A

man: XY
vrouw: XX

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoeveel chromosomen heeft een mens?

A

23 paren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welke chromosomale afwijkingen zijn er?

A

Trisomieen, monosomie, mozaicisme

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is trisomie?

A

Bestaat een paar chromosomen uit 3 i.p.v. 2 (op paar 13, 18 en 21DS)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is monosomie?

A

Er is maar 1 goed werkend x chromosoom, komt alleen voor bij meisjes. Syndroom van Turner.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is Mozaicisme?

A

Er ontstaat bij deling (mutatie) spontaan een fout in een cel. Dit wordt doorgegeven aan alle cellen die uit de foute cel in ontstaan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is mitose?

A

Proces waarbij de cel in twee splitst om twee nieuwe cellen te vormen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is non-disjunctie

A

wanneer de cel verdeling van chromosomen niet goed verdeeld is (trisomie)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Genetische imprinting

A

Of je een bepaald stuk chromosoom van je moeder of van je vader hebt, wat bepaald welk syndroom je krijgt en wat er gebeurt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is duplicatie?

A

Er zit een extra stukje op het chromosoom, dubbele dosis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is deletie?

A

Een groot deel van chromosoom is weg, je kan belangrijk materiaal missen waardoor een syndroom ontstaat.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is inversie?

A

Binnen het chromosoompaar wisselen delen om van plek, er ontbreekt geen stukje.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is genotype

A

Erfelijke informatie van iemand

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is mutatie (definitie internet)?

A

Een mutatie is een verandering in het genetisch materiaal, waarbij het genotype wordt veranderd. Door een mutatie kan er een nieuwe erfelijke eigenschap ontstaan.

17
Q

Wat is transcriptie?

A

Wanneer DNA opengaat, om zich te delen

18
Q

Wat is mutatie (definitie college)?

A

Een letter niet de letter is wat je wil, wat door een kopijfoutje kan gebeuren. DNA verandert dan, op grote schaal kan dit leiden tot syndroom

19
Q

Eigenschap van chromosoom dominant

A

Bovengeschikt, is leidend bij recessief chromosoom

20
Q

Eigenschap van chromosoom recessief

A

Ondergeschikt aan dominante chromosoom

21
Q

Wat is je fenotype?

A

Heeft genetische basis, maar is afhankelijk van omgeving. Uiterlijke kenmerken

22
Q

Wat is totale specifiteit?

A

Iedereen met een bepaald syndroom laat hetzelfde gedrag zien.

23
Q

Wat is partiële specialiteit?

A

Niet alle kinderen met dat syndroom laten dat gedrag zien en vice versa. VB: woedeaanvallen