Hoorcollege 1: Intro Neuropsychology and the Brain Flashcards

1
Q

Monisme vs Dualisme

A

Geest/Lichaam debat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Localisme vs Hollisme

A

Hebben hersengebieden specifieke functies of is het verdeeld? –> Vanaf 1800: cerebrale localisatie (vanaf 1800)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Edwin Smith papyrus (1500 VC)

A

Hersenletsel kan symptomen in andere delen van lichaam veroorzaken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hippocrates (460-377 VC)

A

Hoofdletsel hangt vaak samen met hemiparese en andere kant van lichaam

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Plato (427-347 VC)

A

Lokaliseerde verschillende kwaliteiten ziel in verschillende delen hersenen - eerste voorstel: één op één relatie functie en hersenlocatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Herophilus (300 VC)

A

Lokaliseerde intelligentie in de ventrikels van hersenen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Galen (130-200 NC)

A

Laesie studies –> hersenen, zintuigen en motor control, werking via ventrikels

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Descartes (1569-1650)

A

Dualisme, Pijnappelklier ‘zetel van de ziel’, interactie lichaam en geest

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Joseph Gall (1758-1828)

A

Frenologie (uitstulpingen schedel zegt iets over kwaliteit van functie onderliggende hersengebied) –> Later; van frenologie naar lokalisatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Afasie van Broca

A

taalproductie (Tan)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Afasie van Wernicke

A

taalbegrip

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wernicke’s afasiemodel –> neuraal netwerk

A

Functiestoornissen door beschadigingen van corticale centra (cellichamen,
grijze stof), en/of door beschadigingen van banen die deze centra
verbinden (axonen, witte stof)
Er kunnen dus functiestoornissen zijn zonder dat er duidelijke corticale
beschadigingen zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Penfield (Homonculus)

A

representatie van lichaamsdelen in de motorische en somatosensorische cortex van de hersenen.

Lokale elektrische corticale stimulatie nog steeds gebruikt tijdens
hersenoperaties met lokale anesthesie (penfield procedure)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

van Localisatie naar connectionisme –> Donald Hebb (1949): Verbindingen tussen neuronen is basis van leren (en bewustzijn)

A

Nieuwe/versterkte verbindingen vormen samen een geheugen/representatie (cell assemblies) –> plasticiteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Van localisatie naar connectionisme –> 1950: informatieverwerking (computermodellen): wat voor processen?

A

Interactieve parallelle processen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

van lokalisatie naar connectionisme –> vanaf 1980: Neuroimaging –>
-Lower-level functies (sensory/motor)?
-Higer-level functies (geheugen/taal)?

A

LLF –> sterk gelocaliseerd
HLF –> resultaat van connectie/interactie tussen hersengebieden

17
Q

Neuropsychologisch onderzoek

A

Meten van gedrag en cognitie

18
Q

Neuroimaging

A

relatie symptomen en hersenpathologie

19
Q

Groepering CNS levels (3)?

A

Ruggenmerg, hersenstam, voorhersenen

20
Q

Wat valt onder Hersenstam?

A

Diencephalon, Mescencephalon, Metencephalon, Myelencephalon

21
Q

Diencephalon

A

Thalamus, Hypothalamus, Pijnappelklier, 3e ventrikel

22
Q

Mesenscephalon

A

Tectum, Tegmentum (onder tectum), Cerebral aquaduct

23
Q

Tectum

A

bovenste gedeelte metsenscephalon
-superieure colliculus –> visuele verwerking
-inferieure colliculus –> auditieve verwerking

24
Q

Tegmentum

A

Onder tectum in mescenscephalon
-motorische/sensorische verwerking
-autonome functies
-slaap en bewustzijn

25
Q

Metenscephalon

A

Cerebellum, Pons, 4e ventrikel

26
Q

Cerebellum

A

Motorische coördinatie/evenwicht

27
Q

Pons

A

Regulatie ademhaling en sensorische/motorische functies

28
Q

Myelencephalon

A

Medulla oblongata, 4e ventrikel

29
Q

Medulla

A

Verlengde ruggenmerg, reguleren autonome functies

30
Q

Belangrijkste functie van de circuits van het ruggenmerg?

A

Simpele reflexen in lijf en ledematen –> extensie en flectie: verschillende sensorische vezelbanen voor verschillende reflexen (ook ritmische loopbewegingen)

31
Q

Dermatomen

A

segmenten ruggenmerg die overeen komen met verschillende delen van het lichaam –> obv symptomen kunnen we conclusies trekken over locatie schade aan ruggenmerg

32
Q

Wet van Bell-Magendie

A

Posterieur/dorsale wortels –> sensorische info komt binnen in ruggenmerg

Anterieur/ventrale wortels –> motorische info naar spieren vanuit ruggenmerg

33
Q

Organisatie hersenstam

A