Hoorcollege 1 Flashcards
1
Q
Wat voor soort filosoof was Aristoteles?
A
Empirist –> Waarneming als bron en rechtvaardiging van kennis.
- Onderzoeken naar natuurlijke bewegingen, niet gedwongen.
2
Q
Werkoorzaak (=causa efficiens)
A
Datgene wat ervoor zorgt dat iets daadwerkelijk in gang wordt gezet.
3
Q
4 oorzakenleer
A
1) stofoorzaak
2) vormoorzaak
3) werkoorzaak
4) doeloorzaak –> teleologie
4
Q
Kenmerken Aristotelische wetenschap (6x)
A
- gedeeltelijk empirisch, zonder ingrijpen in natuur
- gedeeltelijk gebaseerd op autoriteiten i.p.v. eigen onderzoek
- autoritaire leeshouding
- recht doen aan alle verschijnselen
- gebruik teleologische verklaringen
- nauwelijks wiskundig
5
Q
Wereldbeeld Copernicus
A
Heliocentrisch wereldbeeld = aarde en planeten draaien om de zon.
6
Q
Galilei (3x)
A
- verwerpt verschil natuurlijke en gedwongen bewegingen, waardoor experimenten wetenschappelijke waarde krijgen
- mechanische oorzaken
- wiskundige wetten
7
Q
Kenmerken nieuwe wetenschap (4x)
A
1) experimenten
2) wiskunde
3) mechanische verklaringen (GEEN teleologie)
4) onderliggende oorzaken beschrijven