Hoofstuk 9 - begrippen Flashcards

1
Q

Antiseminitisme

A

Jodenhaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Autonomie

A

Zelfbestuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Bezetterig

A

Toestand waarin een legermacht een gebied is binnengetrokken en dat onder bedwang houdt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Communicatie middelen

A

Middelen waarmee informatie wordt overgebracht zoals films, radio en televisie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Communisme

A

Radicale politieke stroming die het particuliere bezit van productiemiddelen wil afschaffen (staatsbezit)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Crisis

A

Ernstige toestand/noodsituatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Discriminatie

A

Het onrechtmatig maken van onderscheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Fascisme

A

Extreem nationalistische ideologie die geweld en leiderschap verheerlijkt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Genocide

A

Systematische uitroeiing van een bevolkingsgroep (volkerenmoord)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Holocaust

A

Moord op de joden in de tweede wereld oorlog (grieks: brandoffer)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Ideologie

A

Geheel van opvattingen over de maatschappij en hoe die ingericht moet worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Massa organisatie

A

Organisatie waarbij grote aantallen mensen zijn aangesloten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Massa vernietigingswapens

A

Wapens die grote aantallen mensen tegenlijk kunnen doden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Nationaal socialisme

A

Racistische variant van fascisme

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Propaganda

A

Het verspreiden van ideeën en beïnvloeden van meningen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Racisme

A

Discriminatie op grond van ras

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Totalitarisme

A

Politiek systeem dat een totale controle van de maatschappij nastreeft, inclusief het denken/doen van alle mensen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Wereldoorlog

A

Oorlog waarbij veel volkeren en meerdere werelddelen betrokken zijn

19
Q

Annexatie

A

Verovering

20
Q

Appeasement

A

Politiek van concessies Aan een agressor om een oorlog te vermijden (verzoening)

21
Q

Asmogendheden

A

Alliantie van Duitsland, Italië en Japan voor en tijdens de tweede wereld oorlog

22
Q

Blokkade

A

Afsluiting van de buitenwereld

23
Q

Censuur

A

Toezicht op boeken, artikelen, film, radiouitzendingen en andere publicaties

24
Q

Centralen

A

Duitsland, Oostenrijk-Hongarije en hun bondgenoten in de eerste wereld oorlog

25
Q

Collaboratie

A

Samenwerken met de vijand

26
Q

Collectivisatie

A

In het gemeenschappelijk bezit brengen van een land, vee en werktuigen

27
Q

Eenpartijstaat

A

Een staat waarin 1 politieke partij is toegestaan die alle macht in handen heeft

28
Q

Endlösung

A

Naziterm voor de massamoord op de joden

29
Q

Front

A

Voorste gebied waar gevochten word

30
Q

Geallieerden

A

Bondgenoten, in de tweede wereld oorlog de landen die tegen duitsland vochten

31
Q

Gelijkschakelen

A

Het aanpassen van maatschappelijke organisaties aan de ideologie van de staat

32
Q

Getto

A

Stadswijk waar joden moeten wonen

33
Q

Grote depressie

A

De langdurige economische crisis van de jaren 30

34
Q

Interbellum

A

Periode tussen de 2 wereldoorlogen (1918-1939)

35
Q

Loopgraaf

A

Uitgegraven gang voor soldaten ter bescherming tegen de vijand

36
Q

Militarisme

A

Verheerlijking van alles wat met het leger te maken heeft

37
Q

Nazisme

A

Nationaal socialisme

38
Q

Non-coöperatie

A

Weigering om met de koloniale overheid samen te werken

39
Q

Pogrom

A

Gewelddadige uitbarsting van jodenhaat

40
Q

Recessie

A

Achteruitgang van de economie

41
Q

Tijd van de wereldoorlogen

A

1900-1950

42
Q

Wapenstilstand

A

Afspraak tussen oorlogvoerende landen om niet meer te vechten

43
Q

Wapen wedloop

A

Race om de beste en meeste wapens te krijgen