Hoofstuk 2- Houtopbouw Flashcards
Waaruit best een jong boomstengeltje/taklootje?
zacht weefsel
Hoe vindt lengtegroei plaats?
door DELING en STREKKING VAN CELLEN aan de GROEITOP, die geleidelijk (afh van de functies) versch weefselfs gn vormen
Genoemd hout en bastweefsel
Wat vormen hout en bast weefsel?
Een centraal gelegen HOUTLICHAAM, met daarom heen een KOKER van bastweefsels.
Waar ligt de Cambuim?
Wat is de Cambium?
Hoe verhout het?
tussen hout en bast
Het is een blijvend, dunwandig groeiweefsel.
-Door CHEMISCHE veranderingen en wordt harder.
Hoe vormt het Cambium weefsels?
Wat krijg je als gevolg hiervan?
naar binnen toe= houtweefsels
naar buiten toe= bastweefsels
Het stammetje/takje neemt toe in de DIKTE.
Waar ontstn groeiringen?
In het HOUTLICH. en zijn voor het blote oog zichtbaar.
Wanneer onstn jaarringen?
Geef 3 opmerkingen.
Als de groei jaarlijks een periode stagneert( iets dat beweegt stopt) door kaalstaan van de bomen.
- steeds opvallend
- niet waarneembaar
- komen voor i d tropen
Hoe worden de vaten bij Loofhout genoemd? Wat houden ze in? Waarvoor dienen ze ?
Fijne porien, die in buizen i/d LENGTERICHTING v/d boom lopen + dienen voor watertransport v/d wortel naar de kroon.
Hoe worden de vaten bij Naaldhout genoemd? Waaruit bestn ze en dienen ze ? Waarnaar zijn ze gericht?
Mergstralen/hout- bestaan uit DUNWANDIGE cellen die dienst doen v transport en opslag van voedingstoffn i/horizontale richting.
Ze zijn gericht naar h/CENTRUM v/d stam.
Waaruit bestaat de hoofdmassa van loofhout?
langgerekte, naar verhouding dikwandige, a/d uiteinden toegespitste cellen v/hoogstens enkele millimeters lengte
Wat vormen de houtvezels? En wt verlenen ze?
Het eingelijke STEUNWEEFSEL. En verlenen d/ STERKTE a/h hout.
Waaruit bestaat de steunweefsel van de hoofdmassa v. naaldhout ? Wat houden ze in?
Uit TRACHEIDEN
- zijn te vergelijkbaar met houzvezels
- hebben grotere afmetingen
- Dienen vr watertransport
Wat is kenmerkend vr de houtsoort? (3)
Waarmee moete er wel rekeneing gehouden worden?
- Vorm
2.Groote en rangschikking v/d cellen en weefsels.
3.dichtheid, kleur, geur, smaak enz. v/h hout.
De VARIATIE in die eigenschappen.
Wat is hte meest kenmerkend van hout?
Waarvoor kan men niet tevreden gesteld worden daarmee?
- Kopsvlak
2. voor het vaststellen van de houtsoort
Noem nog 2 kenmerken voor het vaststellen v e houtsoort
Wat doen deze kenmerken?
- RADIALE doorsnede i/d richting v/d stralen
2.TANGETIAAL vlak , loodrecht daarop, dus evenwijdig a/d groeizonen.
Ze maken d/ HOUTHERKENNING gemakkelijker en betrouwbaar.
Dat is identificatie en determinatie.
Naar welk boek worden mensen verwezen die belasting hebben voor het breder behandelen v/d houtopbouw en de houtherkenning?
h/ houthandboek: de Dienst van s’Lands Bosbeheer uitgegvn 1960.
Wat is Draad?
In welke groepen wordt het onderscheiden?
het verloop v/d vezels t.o.v. de LENGTEAS van de boom.
- rechte draad
- golvende draad
- warrige draad
Wat is kruisdraad?
Waarin wordt het onderscheiden?
SCHEVE draad, die telkens v/ richting wisselt.
- fijne
- matig fijne
- grove
Wat is spinthout?
Noem 1 houtsoort dt ook op latere leeftijd h karakter v/ spint blijft behouden
het hout v/d jonge levende boom dat rijk is aan water en nog levende weefsels bevat. Zowel bij loofhout als naaldhout.
Soemaroeba
Wat is kernhout?
Wordt door de meeste htsoorten gevormd na een tijd. Afh van d/ soort + v/ groeiomstandgh.
Wat is verkerning?
is het nog afsterven van levende cellen
Welke stoffen worden uit de Celinhoud gevromd?
Bepaalde stoffen vormen hieruit kleur- en looistoffn. Deze geven het verkernde hout een donkerder kleur + hoge duurzaamheid
Wat wordt in de verkernde hout afgezet behalve kleur en looistoffen?
Hoe verstoppen de vaten van de celinhoud?
Onoplosbare minerale stoffen.
door VLIEZEN + andere VORMSELS
Wat gebeurt er met h/ hout na de verkerning?
Het hout wordt dichter, zwaarder, sterker ondoorlatender, en gewoonlijk waterwrmer.
De natuurlijke duurzaamheid is groter.’
Spinthout is kunstmatig gemakkelijker te verduurzamen.
Waaruit bestaat de boombast?
a) levende bastcellen en -weefsels a/d cambiumzijde
b) uit dode delen(schors) a/d buitenzijde van de boom.
Wat gebeurt er wanneer bij het dikker worden van het hooutlihaam de bast niet kan meegroeien?
Het valt dan in fijnere of grovere delen af. ( afh v/d boomsoort)