Hoofdstuk8: ademhaling Flashcards
Functie van de ademhaling
Gasuitwisseling: de verhouding tussen zuurstof en kooldioxyde
De anatomie van de luchtwegen: De neus
- In de neusholten wordt de ingeademde lucht verwarmd
- Het slijmvlies bekleedt e binnenkant, de haartjes van trilhaarepitheel houden ingeademde stoffen tegen
De anatomie van de luchtwegen: De neusbijholten
- Zijn openingen die zich bevinden in de bovenkaak, het wiggebeen, het voorhoofdsbeen en het zeefbeen
- Deze holten zijn via nauwe kanalen verbonden met de neus-holte
De anatomie van de luchtwegen: De neus-keelholte
- Is het achterste deel van de neusholte.
- In het dak daarvan bevinden zich de neus-keel amandelen
De anatomie van de luchtwegen: De keelholte
- Een ruimte waardoor voedsel van de mond naar de slokdarm gaat
- Ruimte waar ingeademde lucht van neus-keelholte naar luchtpijp gaat
- Bij het slikken van voedsel wordt de luchtpijp door het strotklepje afgesloten
De anatomie van de luchtwegen: De luchtpijp (trachea)
- Is voor slokdarm gelegen
- In de luchtpijp bevinden zich om de drie lagen van de wand kraakbeenringen, die de luchtpijp open houden
- Aan de achterzijde van de kraakbeenopeningen. Daar bestaat de wande van de luchtpijp uit bindweefsel zonder kraakbeen.
- Gaat er voedsel door de slokdarm, dan laat de wand van de luchtpijp zich door het passerende voedsel indrukken, waardoor het voedsel zonder belemmering de maag kan bereiken.
- Het strottehoofd (larynx) is het bovendste gedeelte van de luchtpijp. Hier bevinden de stembanden zich
De anatomie van de luchtwegen: De Grote luchtpijptakken (bronchi)
- Luchtpijp vertakt zich in de borstholte ter hoogte van de vierde borstwervel in twee grote luchtpijptakken : bronchi genaamd.
De anatomie van de luchtwegen: De kleiene luchtpijptakken (bronchioli)
- zijn de vertakkingen van de twee links gelegen en de drie rechts gelegen grote luchtpijptakken. Bevat geen kraakbeenringen.
Het bloed wordt naar en van de longen gevoerd door
- De longslagader (pulmonalis), die ontspringt als één slagader uit de rechterkamer van het hart en die zich daarna splitst in twee takken voor de linker en rechter long.
- Vier longaders (pulmonales), twee van elke long, die alle zelfstandig uitmonden in de linkerboezem van het hart
De anatomie van de luchtwegen: De longvliezen
Buitenzijde van de longen (longvlies) is met een glad vlies overtrokken. Doordat vocht de ruimte tussen de twee vliezen (de pleuraholte) opvult, blijven de longen tegen de borstkas en het middenrif aangeplakt zitten. De longen volgen de beweging van borstkas of middenrif.
De anatomie van de luchtwegen: De longkwabben
De grote luchtpijptakken lopen uit in links twee, waar het hart ligt en rechts drie longkwabben.
De anatomie van de luchtwegen: De longblaasjes (alveoli)
- Vormen longweefsel.
- Longblaasjes zijn einddelen van de kleinste luchtpijptakken. het zijn kleine blaasjes waarvan de wand bestaat uit epitheelweefsel zonder trilhaar.
- Worden omgeven door haarvaten.
Bij ademhaling onderscheidt men (soort ademhaling)
- Buikademhaling
- Borstademhaling
- Gemengde ademhaling
Buikademhaling
- Buikspieren zorgen hiervoor
- Bij de uitademing ontspant zich het middenrif. het middenrif heeft geen actieve maar passieve rol. De buikspieren spannen en drukken de organen omhoog, waardoor het ontspannen middenrif de longen leegdrukt.
Inademhalingsspieren bij de ademhaling
- Uitwendige tussenribspieren
- Scheve halsspieren
- Voorste zaagspieren