hoofdstuk 9 Flashcards

1
Q

wat zijn de verschillende functies van koolhydraten in de biochemie?

A
  • aanmaak en opslag van biologische energie
  • moleculaire herkenning
  • cellulaire bescherming
  • cel signalisatie
  • cel adhesie
  • biologisch smeermiddel
  • controle vd proteïne trafficking
  • onderhoud vd biologische structuur
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat is de algemene formule van een koolhydraat?

A

(CH2O)n

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

monosaccharide

A

1 monomeer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

disaccharide

A

2 monomeren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

oligosaccharide

A

2-10 monomeren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

polysaccharide

A

> 10 monomeren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

saccharide

A

gebasseerd op de basisformule van koolhydraten maar voldoet niet meer strikt aan de formule (CH2O)n
bv na koppeling van 2 monoschariden met afsplitsing van water

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

aldose

A

Bevatten aldehyde functie als carbonyl groep

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

ketose

A

Bevatten keton functie als carbonyl groep

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

tautomeren

A

zijn isomeren die snel in elkaar overgaan bv glyceraldeheyde en dihydroxyacetone

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

chiraal centrum

A

C-atoom met 4 verschillende substituenten hierbij zijn stereoisomeren mogelijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

isomeren

A

zijn stoffen die met elkaar overeenkomen doordat hun moleculen hetzelfde aantal en dezelfde soort atomen bevatten, maar die van elkaar verschillen door de wijze waarop die atomen onderling zijn verbonden of geschikt. Anders gezegd, isomeren zijn stoffen met dezelfde molecuulformule, maar een andere structuurformule.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

stereoisomeren

A

zijn isomeren die dezelfde chemische formule en volgorde van atomen hebben, maar met een andere ruimtelijke structuur. bv cis- trans, optische isomeren (S,R) (D,L)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

enantiomeren

A

zijn 2 isomeren die elkaars spiegelbeeld zijn (D en L)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

diastereomeren

A

Bij saccharide met meer dan 1 chiraal centrum waarbij na spiegeling minstens 1 van de chirale centra dezelfde oriëntatie heeft.
diasteromeren krijgen een verschillende naam

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

hemiacetaal

A

reactie tussen een carbonyl (aldose of ketose) met een alcohol. wanneer de carbonyl en hydroxylfunctie zich in dezelfde molecule bevinden treedt er ringvorming op

17
Q

conformationele isomeren

A

verschillen in ruimtelijke ordening zonder het verbreken van covalente bindingen ( bv hoek, buiging)

18
Q

configurationele isomeren

A

kunnen enkel in overgaan door het verbreken van covalente bindingen

19
Q

anomeer

A

Specifiek geval van een epimeer waarbij de oriëntatie enkel verschilt thv C1 van een furanose of pyranose ( α/β)

20
Q

epimeer

A

verschillen enkel in orientatie ter hoogte van 1 C-atoom

21
Q

aldonzuur

A

Wordt bekomen door C1 oxidatie van een aldose bv glucose

22
Q

lacton

A

Is een cyclisch ester tussen carboxyl van C1 en hydroxyl van C5 dat gevormd wordt uit een aldonzuur

23
Q

uronzuur

A

wordt bekomen door een C6 oxidatie van een aldose bv glucose

24
Q

alditol

A

Een gereduceerd suiker waarbij CHO  CH2OH wordt

25
Q

welke soorten monosaccharide derivaten zijn er?

A
  • fosfaat ester
  • oxidatie van suikers (C1 en C6)
  • reductie van suikers
  • amino suikers
  • glycosiden
26
Q

glycosiden

A

Ontstaan door water eliminatie tussen anomere –OH van cyclische saccharide en –OH van een andere molecule