hoofdstuk 9 Flashcards
atoomnummer
protonen in atoomkern
massagetal
neutronen + protonen in atoomkern
isotopen
atomen met hetzelfde aantal protonen en verschillend aantal neutronen
radioactiefverval
atoomkern van de ene naar de andere soort veranderd door radioactieve straling uit te zenden
halveringstijd
t1/2, tijd waarin de helft van de kernen vervalt
ioniserende straling
energierijke straling die atomen kan veranderen
ioniserend vermogen
hoeveel schade de straling kan veroorzaken
doordringend vermogen
hoe diep de straling kan doordringen
dracht
maximale aftand die het deeltje aflegt
alpha
kleding, papier, huid
beta min + beta plus
plastic, dun laagje metaal
gamma
(alleen verminderen) lood, beton
halveringsdikte
d1/2, dikte van een stof waarbij de helft van de straling word geabsorbeerd
stralingsbadge
meet de stralingsdosis
gm-teller
meet de stralingsactiviteit
stralingsdosis
hoeveelheid stralingsenergie die per kg materiaal word geabsorbeerd
dosisequivalent
een maat voor de schadelijkheid van de ontvangen stralingsdosis
kernfusie
het samensmelten van 2 kleine kernen, sterren
kernsplijting
het splitsen van 1 grote atoomkern, kerncentrale
massa
in kernreacties word een klein beetje daarvan omgezet in energie
neutronen
deze deeltjes worden beschoten op uraniumkernen in kerncentrales
kettingreactie
ontstaat als een deeltje uit een kernreactie een nieuwe reactie veroorzaakt
brandstofstaven
daarin zitten de uraniumkernen voor de kernsplijting
regelstaven
worden gebruikt om het aantal reacties onder controle te houden
moderator
is het water waarin de brandstof- en regelstaven zitten. het remt de vrijgekomen neutronen af
radioactief afval
bestaat uit de radioactieve dochterkernen die ontstaan door de kernsplijtingreacties
sneeuwbaleffect
ontstaat omdat er meerdere neutronen vrijkomen uit een reactie en het aantal reacties explosief toeneemt
turbine en generator
zijn de onderdelen in een kerncentrale die de vrijgekomen kernenergie omzetten in elektrische energie