hoofdstuk 8 water Flashcards

1
Q

In de natuur kan water in drie fasen voorkomen:

A
  • in de vaste fase als ijs,
  • in de vloeibare fase als water,
  • in de gasfase als waterdamp.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

hoe heet het kleinste deeltje water?

A

Het kleinste deeltje water is het watermolecuul

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

uit welke stoffen bestaat en water molecuul

A

Een watermolecuul bestaat uit twee waterstofatomen, H, en een zuurstofatoom, O. De formule van water is dus H2O.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat gebeurd er als een vloeistof afkoelt

A

Als een vloeistof afkoelt, bewegen de moleculen steeds langzamer en daardoor ook dichter bij elkaar. In een cm3 passen nu meer moleculen. De Dichtheid van de stof wordt dan groter.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

hoeveel liter water gebruikt 1 persoon gemiddeld per dag

A

119 liter

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Er is veel energie nodig om water te verwarmen. Daarom wordt water vaak gebruikt als…

A

koelmiddel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Veel stoffen lossen goed op in water. Bij het wassen van je wasgoed gebruik je water als…

A

oplosmiddel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

voor het wasmiddel. Dankzij het wasmiddel mengen vuil en vet met het water. Daarna gebruik je water als spoelmiddel. Zeep, vuil en vet worden met water weggespoeld en de schone was blijft achter in de trommel. Het water heeft dan de functie van…

A

transportmiddel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Veel stoffen lossen goed op in water.
Stoffen die in water oplossen, heten…

A

hydrofiele stoffen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Als je een hydrofiele stof met water mengt, dan ontstaat er een…

A

oplossing

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Als je een hydrofiele stof met water mengt, dan ontstaat er een oplossing, het water is dan een…

A

Het water is het oplosmiddel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Stoffen die in water oplossen, heten hydrofiele stoffen. mengt, dan ontstaat er een oplossing.
Het water is het oplosmiddel
. De stof die oplost, is de…

A

oplosbare stof

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Stoffen die niet met water mengen, heten…

A

hydrofobe stoffen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Als je een hydrofobe vaste stof met water mengt, dan ontstaat een

A

suspensie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Meng je een hydrofobe vloeistof met water, dan ontstaat een

A

emulsie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Het aantal gram van de stof dat maximaal oplost in één liter water heet

A

oplosbaarheid

17
Q

Als de oplosbaarheid is bereikt, dan is de oplossing

A

verzadigd

18
Q

De oplosbaarheid hangt af van de temperatuur van het oplosmiddel. Bij een hogere temperatuur wordt de oplosbaarheid van een vaste stof

A

groter