hoofdstuk 8 boek 1 Flashcards
restauratie
conservatisme
congres van Verona
na napoleon (15 jaar)
1814-1830
conservatisme
ancient regieme kwam terug
chaos en terreur wanneer de mensen zouden beslissen
keizer of koning
politiek liberalisme
burgers bij het bestuur betrokken
rijke burgers die belasting betalen
Meningsuiting
drukpers
vergadering
tweede golf liberalistische revoluties
kiesrecht voor mannen
belasting betalende kregen inspraak
koning afgetreden
gevolgen nederland.
gevolgen 1813 nederland
Baftaafse Republiek
frans keizerrijk
centraal bestuurd koninkrijk (Oranje)
verschillen K D N en oude republiek
groter wegens toevoeging belgie
samenwerkingsverband zelfstandige gewesten —> constitutionele monarchie (koning gebonden aan grondwet)
geen verkiezingen maar elite die alles bepaalde en Koninklijke besluiten (zonder het parlement in te lichten)
Belgie 1830 - 1839
revo in ‘30 om eigen staat te worden. werd pas in ‘39 erkend door nederlandse koning
Emancipatiebeweging
slaven (abolitionisme)
vrouwen (feminisme)
arbeiders (sociale kwestie)
Religieuze minderheden
hervorming (1848)
geen revo, Willem II bang
libralen Thorbecke grondwet
ministeriële verantwoordelijkheid (de Tweede kamer is verantwoordelijk)
Sociale kwestie
structurele armoede en slechte leefomstandigheden
vakbonden
begin communisme
Karl Marx
na sociale kwestie
communisme
alles gelijk
socialisme
1848
belangrijk jaar
communisme
emancipatie