Hoofdstuk 7 Zuren en basen Paragraaf 1 Flashcards

1
Q

De zuurgraad geeft aan..

A

hoe groot de concentratie H3O+ ionen in een oplossing is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Een zuur is een deeltje dat..

A

een H+ ion kan afstaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Een zuurtje wordt vaak ook wat anders genoemd?

A

Een protondonor

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Een base is een deeltje dat..

A

een H+ ion kan opnemen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Een base wordt vaak ook wat anders genoemd?

A

Een protonacceptor

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Basische oplossingen ontvetten/ontkalken

A

Ontvetten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Zure oplossingen ontvetten/ontkalken

A

Ontkalken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

H2O moleculen zijn een zuur/base

A

Zowel een zuur als een base

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Oplossing met welk pH zijn neutraal?

A

7

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Natronloog

A

Oplossing van natriumhydroxide

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q
A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly