Hoofdstuk 7 - Kenmerkende aspecten + begrippen Flashcards
Kenmerkend aspect 1
Rationeel optimisme en verlicht denken dat werd toegepast op alle terreinen van de samenleving: godsdienst, politiek en sociale verhoudingen
Kenmerkend aspect 2
Voortbestaan van het ancien régime met pogingen om het vorstelijk bestuur op eigentijdse, verlichte wijze vorm te geven (verlicht absolutisme)
Kenmerkend aspect 3
Uitbouw van de europese overheersing, met name in de vorm van plantagekoloniën en de daarmee verbonden trans-atlantische slavenhandel, en de opkomst van het abolitionisme.
Kenmerkend aspect 4
De democratische revoluties in westerse landen met als gevolg discussies over grondwetten, grondrechten en staatsburgerschap
Abolitionisme
Streven naar de afschaffing van de slavernij en de slavenhandel
Amerikaanse revolutie
De strijd van dertien britse koloniën aan de oostkust van amerika voor hun onafhankelijkheid (amerikaanse onafhankelijkheidsoorlog 1775-1783)
Ancien régime
Letterlijk: oude orde. Benaming voor de maatschappij van voor de franse revolutie toen er nog sprake was van een standenmaatschappij en absoluut regerende vorsten
Atlantische revoluties
Revoluties aan het eind van de 18e eeuw aan weerszijden van de atlantische oceaan, waarbij in een grondwet het gezag van de vorst werd ingeperkt en de grondrechten van de mens werden vastgelegd: de amerikaanse onafhankelijkheidsoorlog (1775-1783), de patriottenopstand in de republiek (1784-1787) en de franse revolutie (1789-1799)
Democratische revolutie
Ommezwaai in een bestuur van een land die in een grondwet wordt vastgelegd en waarbij het volk meer macht krijgt ten koste van de macht van de vorst
Franse revolutie
Opstand van de franse derde stand tegen de absolute koning en tegen de standenmaatschappij (1789)
Grondrechten
Vrijheidsrechten die burgers bescherming geven tegen een oneerlijke behandeling door de overheid of door andere burgers
Grondwet
Constitutie, algemene staatsregeling. Wet waarin de grondbeginselen van het bestuur van een staat zijn omschreven
Patriotten
Letterlijk: vaderlandslievenden. In de republiek de tegenstanders van de stadhouder en de prinsgezinden
Plantagekoloniën
Overzees gebiedsdeel met grote landbouwbedrijven (plantages), waar bijvoorbeeld katoen, tabak, suiker, thee, koffie en rubber werden verbouwd door de europese markt. Vaak werden hier slaven tewerkgesteld
Prinsgezinden
In de republiek de aanhangers van de stadhouders, de oranjes
Rationalisme
Het boven alles stellen van de rede, het verstand
Sociale verhoudingen
De wisselwerking tussen de verschillende groepen in de samenleving
Staatsburgerschap
Toestand waarin iemand burgerrechten in een staat heeft
Trias politica
Driedeling van de staatsmacht: de wetgevende macht is in handen van de volksvertegenwoordiging, de uitvoerende macht ligt bij de koning en zijn ministers en de rechterlijke macht is in handen van onafhankelijke rechters
Trans-atlantische slavenhandel
De koop van zwarte slaven in afrika en de verkoop van deze mensen in amerika
Verlicht absolutisme
Als vorsten onder invloed van de verlichting hun bestuur verbeterden, maar wel alle macht in handen hielden. Ook verlicht despotisme genoemd
Verlichting, verlicht denken
Stroming in de 18e eeuw. Verlichte denkers dat mensen meer gebruik moesten maken van de rede, het verstand. Meer vrijheid en gelijke rechten voor iedereen zouden bijdragen aan de vooruitgang van de samenleving
Volkssouvereiniteit
De bestuursmacht ligt bij het volk