hoofdstuk 5: van opra to onafhankelijkheid Flashcards
1
Q
scheiding der machten
A
uitvoerende, wetgevende en
De rechterlijke macht is verdeeld over verschillende personen
of politieke instellingen .
1
Q
nationalisme:
A
politieke ideologie die stelt dat de staat bestaat
politieke eenheid moet voortkomen uit de natie als een
historisch ontwikkelde sociaal-culturele eenheid
2
Q
aanleidig
A
historisch redeneren: gebeurtenis dat a
feit of fenomeen het meest direct ontstaat. Het
verklaart waarom een feit of fenomeen zich voordoet
op dat specifieke moment.
3
Q
neutraal
A
onpartijdig, geen partij kiezen in een conflict.
Een land dat niet tot een alliantie behoort, is dat wel
neutrale.
4
Q
A