Hoofdstuk 5 Ignis Vestae Flashcards
1
Q
ignis,ignes
A
vuur
2
Q
per + acc
A
1 door(heen) 2 gedurende
3
Q
annus
A
jaar
4
Q
vivere
A
leven
5
Q
nuper
A
kort geleden
6
Q
docēre
A
onderwijzen
7
Q
ardēre
A
branden
8
Q
debēre
A
moeten
9
Q
autem
A
echter
10
Q
dea
A
godin
11
Q
abesse
A
afwezig zijn
12
Q
addere
A
toevoegen
13
Q
diu
A
lang,lange tijd
14
Q
discedere
A
weggaan
15
Q
sol,soles
A
zon