Hoofdstuk 5 basis 1 t/m 4 Flashcards

1
Q

kogge

A

middeleeuws schip (een houten transport schip)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

drieslagstelsel

A

dingen voor een paard uitgevonden dus konden ze meer oogsten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

ontginnen

A

land vrij maken voor bepaalde dingen (landbouw, huis bouwen ect.)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

late middeleeuwen

A

periode van 1000-1500

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

agrarische-stedelijke samenleving

A

een samenleving waarin de meeste mensen nog op het platteland wonen en in de landbouw werken maar waarin er ook steden met handelaren en ambachtslieden zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

geldeconomie

A

een economie waarin mensen elkaar met geld betalen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

handskapitaal

A

geld dat ze gebruikten om te investeren in handelswaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wissel

A

Een koopman stortte een bepaald bedrag bij de bank en kreeg in ruil daarvoor een brief (een wissel)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

handelssteden

A

tussen verschillende gebieden in Europa en zelfs daarbuiten steden die hun geld vooral met dir soort handel verdienen (handelsnetwerken)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hanze

A

een handelsverbond van steden langs de Noordzee en de Oostzee die meestal haring, hout , huiden en graan haalden uit het Oostgebied

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

romaanse stijl

A

een stijl met dikke muren ronde bogen en kleine vensters

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

gotiek

A

de mensen probeerden de kerk zo hoog en rank mogelijk te maken (een ander soort stijl)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

burgerij

A

de inwoners van een stad

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

gilde

A

in een stad verenigden ambachtslieden zich in een gilde

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

meester

A

dat wil zeggen dat zij in een soort examen of meesterproef hadden bewezen dat zij hun vak heel goed verstonden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

stadsrechten

A

rechten die de stad moest aanhouden

17
Q

schutterij

A

Als burgers het recht hadden gekregen om zichzelf te verdedigen vormden zij hun eigen legertje de schutterij

18
Q

schout

A

de schout was de voorzitter van de rechtbank en werd benoemd door de heer van het gebied

19
Q

schepenen

A

de andere rechters de schepenen werden gekozen door een klein groepje belangrijke burgers

20
Q

katholieke kerk

A

een christelijke kerk die werd bestuurd door de paus in Rome

21
Q

zonde

A

dingen die je niet mocht doen door je geloof dan bedreef je een zonde

22
Q

heilige

A

iemand die veel voor mensen betekende zoals God

23
Q

bedevaart

A

Soms reisden mensen voor een gebed naar een heilige plek waar bijvoorbeeld een bot van een bepaalde heilige werd bewaard zo’n reis noemen we een bedevaart

24
Q

parochie

A

alle gelovigen van een dorp/stadswijk samen (of kerkgemeente)

25
Q

pastoor

A

een parochie had een priester de pastoor

26
Q

bisdom

A

De parochies in een bepaald gebied vormden samen een bisdom

27
Q

bisschop

A

de bisdom werd bestuurd door een priester de bisschop

28
Q

kathedraal

A

De belangrijkste kerk in een bisdom can de bisschop kathedraal

29
Q

kloosterorde

A

een groep kloosters waarvan de bewoners zich houden aan dezelfde leefregels

30
Q

bedelorden

A

kloosterorde van monniken en nonnen die leven van liefdadigheid bijv. door te bedelen

31
Q

inquisitie

A

rechtbank van de katholieke kerk om ketters op te sporen en te berechten

32
Q

ketterij

A

afwijken van de officiele leer van de katholieke kerk

33
Q

kruistocht

A

een poging van christelijke legers uit West-Europa om moslims in het Midden-Oosten te bestrijden

34
Q

huurleger

A

leger van soldaten die een vorst of edelman kan inhuren om voor zich te laten vechten

35
Q

centraal bestuur

A

bestuur vanuit een plaats overal in het land gelden dezelfde wetten en belastingen

36
Q

staten

A

Een land met duidelijke grenzen waarin overal dezelfde wetten en reels gelden