hoofdstuk 5 Flashcards

1
Q

expressionisme

A

Stroming waarbij de kunstenaar uiting geeft aan zijn reactie op de waargenomen werkelijkheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

gesamtkunstwerk

A

Kunstwerk waarin verschillende kunstvormen een plaats hebben en elkaar aanvullen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

impressionisme

A

stroming waarbij de kunstenaar de zintuiglijk ervaren werkelijkheid weergeeft

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Literairgenootschap

A

vereniging met als doel het schrijven, voordragen, beluisteren en bespreken van literatuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Bohémien

A

Persoon, vaak een kunstenaar of dichter, die zich afzet tegen de burgerlijke maatschappij en als ideaal heeft om vrij te zijn en te genieten van het goede leven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Estheticisme

A

Intens verlangen naar schoonheid in de kunst

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

L’art pour l’art

A

Kunst is niet bedoeld om een morele les te leren, maar is autonoom: kunst om willen van de kunst

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Tachtigers

A

beweging in de literatuur die wil breken met de romantiek en kunst ziet als ‘ de aller individueelste expressie van de aller individueelste emotie’

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Dandy

A

Persoon, meestal een man, die buitengewoon veel aandacht besteed aan uiterlijk en uitstraling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Determinisme

A

Stroming die van mening is dat het noodlot een beslissende rol speelt en dat de mens nauwelijks grip heeft op het eigen leven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

écriture artiste

A

Woord kunst, schilderen met woorden waarbij men veel bijvoeglijke naam worden gebruikt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

erfelijkheid

A

eigenschappen die je erft van je ( voor) ouders

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

feuilleton

A

Vervolg verhaal in een krant of tijdschrift, vaak op een deel van de pagina’s dat afgeknipt en bewaard kan worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Milieu

A

Omgeving waarin iemand op groeit en leeft

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

moment

A

Tijdstippen waarop een mens leeft; tijdsgewricht en tijdgeest

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

naturalisme

A

Stroming die wil verklaren waarom de werkelijkheid zo geworden is, uitwerking van het realisme

17
Q

noodlot

A

ontleend aan de Griekse oudheid, bepaalt blind en onverbiddelijk hoe het leven verloopt

18
Q

sensitivisme

A

Onderstroming van het naturalisme waarbij beleving en gevoel centraal staan

19
Q

bezielde retoriek

A

literatuur die wel teruggrijpt op vormen en taal uit te de traditie, maar toch levend en bevlogen is

20
Q

neoclassicisme

A

Andere aanduiding voor de neoromantiek, omdat klassieke vormen en techniek en weer belangrijk zijn

21
Q

neoromantiek

A

stroming die breekt met het impressionisme van de tachtigers en het thema verlangen centraal stelt

22
Q

retoriekdebat

A

discussie binnen de literaire wereld over de vraag of goede poëzie gebruik mag maken van beelden, idealen, woorden, stijlen of vormen van (beroemde) voorgangers

23
Q

kolderieke humor

A

dwaze, onzinnige humor

24
Q

mystificatie

A

Bespeling van het publiek door bijvoorbeeld een vervalste datum of een vervalste auteursnaam te presenteren als de echte naam of auteursnaam

25
Q

realistische humor

A

Situaties uit het dagelijks leven, op een humoristische wijze beschreven

26
Q

zwarte humor

A

Humor gebaseerd op het leed van anderen met als doel te sporten en te amuseren; een vorm van cynisme