Hoofdstuk 4: Visuele waarneming Flashcards

1
Q

Visuele route

A

Licht -> dekweefsel -> kegeltjes en staafjes -> neuronen -> optische zenuw -> optisch chiasme -> visuele veld -> thalamus -> laterale geniculate nucleus -> V1 tm V5

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Kegeltjes

A

Registreren kleur, figuur en detail

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Staafjes

A

Functioneel bij weinig licht, registreren toon, reliëf, oriëntatie en beweging

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Saccade

A

Een sprong in waar je naar kijkt (elke 3 sec.)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

WAT-route

A

Ventraal: V1 -> V2 -> V4 -> temporaalkwab

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

WAAR-route

A

Dorsaal: V1 -> V2 -> V4 -> V5/MT -> pariëtaalkwab

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Blindsight

A

Maar één object per keer zien (visuele cortex)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Prosopagnosie

A

Gezichtsblindheid (ventrale route)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Apperceptieve agnosie

A

Herinneringen zijn er wel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Associatieve agnosie

A

Weet de functie van een object niet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Akinetopsie

A

Bewegingsblindheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Perceptuele interferentie

A

Wat we zien is een resultaat van verwachtingen (op grond van eerdere ervaringen en opgedane kennis over wat waarschijnlijk is)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Predictive-coding-theorie

A

Hersengebieden hoger in de visuele hiërarchie sturen voorspellingen over de verwachte input naar lagergelegen delen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Voordelen predictive-coding-theorie

A

Efficiënt; onverwachte input snel detecteren; leren van ervaringen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Twee hypotheses o.b.v. de PCT

A

Een juiste voorspelling leidt tot minder hersen-activatie dan een onjuiste voorspelling; de top-down voorspellingen worden altijd gevormd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Aandacht richten

A

Toename baseline activiteit; response enhancement; filtering irrelevante informatie