Hoofdstuk 4, Paragraaf 4 Flashcards

1
Q

Evacueren?

A

Een gebied verlaten omdat het er niet meer veilig is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
1
Q

Aardverschuiving?

A

Het plotseling naar beneden schuiven van een grote hoeveelheid grond.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Orkaan?

A

Tropische storm met minimaal windkracht 12.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Nattuuramp?

A

Ramp veroorzaakt door door de natuur met veel slachtoffers en grote schade.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Schaal Van Beaufort?

A

Schaal die de kracht van de wind aangeeft.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Schaal Van Saffir-Simpsons?

A

Schaal die de windkracht van een orkaan aangeeft.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Stormvloed?

A

Sterke verhoging van de zeespiegel langs de kust vanwege de wind.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Cycloon?

A

Ander woord voor orkaan in Zuid-Azië en Australië.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hurricane?

A

Ander woord voor orkaan in Amerika.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Oog van de orkaan?

A

Wolkeloos en windstil gebied in het midden van een orkaan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Tropen?

A

Warme luchtstreek tussen 23 1/2 N.B. en 23 1/2 Z. B.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Tyfoon?

A

Ander woord voor orkaan in Oost-Azië, word ook wel geschreven als Taifoen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q
A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly