Hoofdstuk 4 Japan Flashcards
Aardbeving
Schokkende of trillende beweging van een gedeelte van de aardkorst door de werking van endogene krachten
Aardkorst
Dunne laag gesteente om de aarde, met een dikte van gemiddeld 35 km onder continenten
Breuk
Barst of scheur in de aardkorst
Caldeira
Zeer grote vulkaankrater die is ontstaan door het instorten van het dak van een leeggelopen magmakamer
Caldeiravulkaan
Oude vulkaan met een grote, kilometersbrede krater door het leeglopen van de magmakamer waardoor het dak ervan is ingestort
Cirkeldiagram
Diagram dat de verdeling van een verschijnsel weergeeft
Continentale plaat
Plaat die bestaat uit een groot landoppervlak
Convectiestroom
Stroming van het gesmolten gesteente onder de aardkorst binnen in de aarde
Convergentie
Het naar elkaar toe drijven van platen
Divergentie
Het uit elkaar drijven van platen
Endogene kracht
Kracht die van binnenuit de aardkorst verandert
Epicentrum
Het punt waar de aardbeving aan de aardoppervlakte komt, direct boven het hypocentrum
Eruptie
Vulkaanuitbarsting
Evacueren
Een gebied verlaten omdat het er niet meer veilig is
Exogene kracht
Kracht die van buitenaf de aardkorst verandert
Geothermie
Aardwarmte
Gloedwolk
Zie pyroclastiche stroom
Hazard management
Beleid om schade bij natuurrampen te voorkomen
Hot spring
Zie warmwaterbron
Hypocentrum
Plaats diep in de aardkorst waar de aardbeving begint (aardbevingshaard)
Krater
Groot gat met steile wanden dat ontstaat tijden een vulkaanuitbarsting
Kratermeer
Meer dat is ontstaan door het vollopen van een krater
Lava
Magma dat door de aardkorst naar buiten is gestroomd
Magma
Heet, vloeibaar gesteente binnen in de aarde
Magmakamer
Ruimte in een vulkaan die gevuld is met magma
Mid-Oceanische rug
Langgerekte bergrug onder in de zee, ontstaan doordat magma bij het uit elkaar drijven van oceanische platen naar boven komt
Natuurramp
Ramp veroorzaakt door de natuur met veel slachtoffers en grote schade
Oceanische plaat
Plaat die bestaat uit een groot zeeoppervlak (oceaan)
Plaat
Stuk van de aardkorst. Heet ook schol
Postvulkanisch verschijnsel
Vulkanisch verschijnsel dat voorkomt bij een vulkaan die niet meer actief is
Pyroclastishe stroom
Hete gassen vermengd met stenen en as die bij een vulkaanuitbarsting de helling afrazen. Heet ook gloedwolk
Reliëf
Hoogteverschillen in het landschap
Schaal van richter
Schaal waarmee de kracht van een aardbeving wordt aangegeven
Schaaalniveau
De schaal waarop je naar de wereld kijkt: lokaal, regionaal, nationaal, continentaal of mondiaal
Schildvulkaan
Lage, brede vulkaan met flauwe hellingen
Schol
Zie plaat
Seismoloog
Wetenschapper die zich bezighoudt met bestuderen van aardbevingen
Stratovulkaan
Vulkaan met steile hellingen die opgebouwd is uit lagen lava en pyroclastisch materiaal
Subductie
Het wegduiken van een oceanische plaat onder een continentale plaat
Transforme beweging
Het langs elkaar bewegen van platen
Trog
Diepe kloof onder in de zee, ontstaan door subductie van een oceanische plaat
Tsunami
Hoge vloedgolf op zee die de kust overspoelt em die wordt veroorzaakt door een zeebeving
Tufsteen
Vrij zachte steensoort die bestaat uit aan elkaar gekitte vulkanische as
Vulkaan
Berg die is ontstaan door het naar buiten stromen van lava
Warmwaterbron
Bron die ontstaat door de geothermische verwarming van grondwater. Heet ook hot spring
Zeebeving
Aardbeving waarvan het hypocentrum de zee ligt