Hoofdstuk 4 Flashcards
Dictator
Alleenheerser
Prediker
Persoon die door het Romeinse rijk reisde om mensen te bekeren
Senator
Rijke, witte man
Keizer (1)
Heerser van het hele Romeinse rijk
Autoriteieten
Personen met macht
Gouverneur
Baas van een deel van het rijk / provincie
Expansie
Romeinse uitbreiding
Limes
Grens
Paus
Leider Katholieke kerk
Synagoge
Joodse kerk
Verdraagzaamheid
Tolerantie
Door de Griekse invloed in het Romeinse rijk werd het de … cultuur
Grieks-Romeinse
De Grieks-Romeinse cultuur wordt ook wel de … of … cultuur genoemd
Antieke klassieke
Basilieken
Grote rechthoekige gebouwen die werden gebruikt voor handel, bestuur en rechtspraak
Proletariaat
De bevolkingsgroep van de bezitloze armen, zij bezaten alleen kinderen. Veel boeren zakten af tot het proletariaat