Hoofdstuk 3 - Verslaggevingsprincipes van de boekhoudkundige waarde- en winstbepaling Flashcards
Wat is het realisatieprincipe?
Dit principe geeft de norm voor het vaststellen van het tijdstip waarop de inkoopprijzen van de productiemiddelen omgezet mogen worden in verkoopprijzen. Er is sprake van realisatie als de onderneming gepresteerd heeft jegens de afnemer.
Wat is het matchingprincipe?
Dit principe geeft aan dat de kosten van het verbruik van productiemiddelen toegerekend dienen te worden aan de periode waarin de opbrengsten genomen worden.
Wat is het continuïteitsprincipe?
Volgens dit principe wordt er bij toerekening van de omzet en kosten van uitgegaan dat de onderneming zal blijven bestaan.
Wat is het voorzichtigheidsprincipe?
Dit principe schrijft voor dat verwachte voordelen pas genomen mogen worden op het moment dat de onderneming gepresteerd heeft, maar dat verwachte nadelen al genomen moeten worden op het moment dat ze geconstateerd worden.
Wat is het bestendigheidsprincipe?
Dit houdt in dat grondslagwijzigingen alleen zijn toegestaan als ze leiden tot een beter inzicht in de financiële positie van de onderneming en als adequaat wordt toegelicht welke gevolgen de wijziging heeft voor het eigen vermogen en het resultaat.
Wat is gelijktijdige bestendigheid?
Dit houdt in dat binnen de jaarrekening soortgelijke posten op consistente wijze behandeld worden.
Wat is accrual accounting?
Er wordt uitgegaan van het transactiestelsel (tegenovergestelde van het kasstelsel) waarbij de periode waarop opbrengsten en kosten betrekking hebben, bepalend is voor de toerekening van de winst.
Wat zijn transitoria?
Dit zijn overloopposten op de balans waarmee het perioderesultaat af te grenzen is.
Wat is het verschil tussen statische en dynamische waardebepaling?
Statistische waardebepaling is bedoeld om een juist beeld te laten geven van het vermogen. Dynamische waardebepaling is bedoeld om een juist beeld te laten geven van de winst.
Wat is cruciaal voor het voltooien van een verkoopprestatie?
Het overdragen van economisch eigendom. Voor baten die niet voortvloeien uit verkooptransacties geldt dat het waarschijnlijk moet zijn dat er voordeel behaald zal worden (>50% kans).
Welke uitzonderingen zijn er met betrekking tot het realisatieprincipe?
> Langlopende werken
Effecten
Valutaresultaten
Welke twee matchingprincipes zijn er?
- Product matching: Uitgaven worden toegerekend aan de producten en als zodanig uiteindelijk geactiveerd onder de voorraden.
- Period matching: Uitgaven worden geactiveerd, echter niet onder de voorraden. De geactiveerde uitgaven worden vervolgens via afschrijvingen toegerekend aan de periodes waaraan de uitgaven dienstbaar zijn.
Wat is liwuidatiewaarde?
Bij het opstellen van de jaarrekening wordt er van uitgegaan dat de organisatie haar activiteiten zal voortzetten (going concern/continuïteitsprincipe). Als zeker is dat dit niet het geval is, wordt gewaardeerd op liquidatiewaarde.
Wat is de prospectieve benadering?
Nieuwe grondslagen kunnen enkel toegepast worden op activa of passiva die na de stelselwijziging ontstaan. Dit is instrijd met gelijktijdige bestendigheid.
Wat is de retrospectieve benadering?
Op het moment van een stelselwijziging wordt de balans aangepast naar de situatie alsof al vanaf het begin het nieuwe stelsel in gebruik was. Er ontstaat op het moment van de stelselwijziging een waardesprong die we het zogenaamde cumultatief van de stelselwijziging noemen.
Wat is het jaareffect?
Dit is het verschil in resultaat over het boekjaar als gevolg van een stelselwijziging. Dit verschil wordt opgenomen in de jaarrekening.