Hoofdstuk 3 - Verslaggevingsprincipes van de boekhoudkundige waarde- en winstbepaling Flashcards

1
Q

Wat is het realisatieprincipe?

A

Dit principe geeft de norm voor het vaststellen van het tijdstip waarop de inkoopprijzen van de productiemiddelen omgezet mogen worden in verkoopprijzen. Er is sprake van realisatie als de onderneming gepresteerd heeft jegens de afnemer.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is het matchingprincipe?

A

Dit principe geeft aan dat de kosten van het verbruik van productiemiddelen toegerekend dienen te worden aan de periode waarin de opbrengsten genomen worden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is het continuïteitsprincipe?

A

Volgens dit principe wordt er bij toerekening van de omzet en kosten van uitgegaan dat de onderneming zal blijven bestaan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is het voorzichtigheidsprincipe?

A

Dit principe schrijft voor dat verwachte voordelen pas genomen mogen worden op het moment dat de onderneming gepresteerd heeft, maar dat verwachte nadelen al genomen moeten worden op het moment dat ze geconstateerd worden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is het bestendigheidsprincipe?

A

Dit houdt in dat grondslagwijzigingen alleen zijn toegestaan als ze leiden tot een beter inzicht in de financiële positie van de onderneming en als adequaat wordt toegelicht welke gevolgen de wijziging heeft voor het eigen vermogen en het resultaat.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is gelijktijdige bestendigheid?

A

Dit houdt in dat binnen de jaarrekening soortgelijke posten op consistente wijze behandeld worden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is accrual accounting?

A

Er wordt uitgegaan van het transactiestelsel (tegenovergestelde van het kasstelsel) waarbij de periode waarop opbrengsten en kosten betrekking hebben, bepalend is voor de toerekening van de winst.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn transitoria?

A

Dit zijn overloopposten op de balans waarmee het perioderesultaat af te grenzen is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is het verschil tussen statische en dynamische waardebepaling?

A

Statistische waardebepaling is bedoeld om een juist beeld te laten geven van het vermogen. Dynamische waardebepaling is bedoeld om een juist beeld te laten geven van de winst.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is cruciaal voor het voltooien van een verkoopprestatie?

A

Het overdragen van economisch eigendom. Voor baten die niet voortvloeien uit verkooptransacties geldt dat het waarschijnlijk moet zijn dat er voordeel behaald zal worden (>50% kans).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welke uitzonderingen zijn er met betrekking tot het realisatieprincipe?

A

> Langlopende werken
Effecten
Valutaresultaten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Welke twee matchingprincipes zijn er?

A
  1. Product matching: Uitgaven worden toegerekend aan de producten en als zodanig uiteindelijk geactiveerd onder de voorraden.
  2. Period matching: Uitgaven worden geactiveerd, echter niet onder de voorraden. De geactiveerde uitgaven worden vervolgens via afschrijvingen toegerekend aan de periodes waaraan de uitgaven dienstbaar zijn.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is liwuidatiewaarde?

A

Bij het opstellen van de jaarrekening wordt er van uitgegaan dat de organisatie haar activiteiten zal voortzetten (going concern/continuïteitsprincipe). Als zeker is dat dit niet het geval is, wordt gewaardeerd op liquidatiewaarde.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is de prospectieve benadering?

A

Nieuwe grondslagen kunnen enkel toegepast worden op activa of passiva die na de stelselwijziging ontstaan. Dit is instrijd met gelijktijdige bestendigheid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is de retrospectieve benadering?

A

Op het moment van een stelselwijziging wordt de balans aangepast naar de situatie alsof al vanaf het begin het nieuwe stelsel in gebruik was. Er ontstaat op het moment van de stelselwijziging een waardesprong die we het zogenaamde cumultatief van de stelselwijziging noemen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is het jaareffect?

A

Dit is het verschil in resultaat over het boekjaar als gevolg van een stelselwijziging. Dit verschil wordt opgenomen in de jaarrekening.