Hoofdstuk 3 Flashcards

1
Q

Platen bewegen uit elkaar (zeebodemspreiding)

A

Op continent: continentale slenk

Oceaan met centraal MOR

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Platen bewegen naar elkaar toe

1) botsing OP en CP —> subductie

A

Continentale rand intens opgestuwd en geplooid => plooiingsgebergte

  • Plooidal = sycline
  • Plooirug = anticline
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Platen bewegen naar elkaar toe

Botsing OP en CP en randzeeën

A

Eilandenbogen naast diepzeetroggen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Platen bewegen naar elkaar toe

Botsing 2 CP

A

Plooiingsgebergte

- plooien evolueren nr dekbladen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Waar vulkaan voorkomt

A

Vulkanische gebergten
- Hawaï, IJsland, Japan, Indonesië
Sommige plooiingsgebergten: vulkanische toppen
- anderen nt en subductie stopt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Waar komen vulkanen voor?

- Waar komen geïsoleerde hotspots voor?

A

In de omgeving van de plaatranden

- ver van de plaatrand

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Kenmerken schildvulkaan

  • uitzicht
  • uitstromende lava
  • uitbarstingen
  • waar
A
  • schildvormig
  • dun, vloeibaar - basaltisch
    Magma aangevoerd vanuit asthenosfeer —> bevat weinig kwarts
  • erupties zijn geregeld maar nt explosief
    Gassen kunnen gemakkelijk ontsnappen
  • bij de MOR: opbouwende plaatranden, bij geïsoleerde hotspots (meestal onder oceanen) (onder continent: indien magma slaagt door te breken)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Stratovulkaan

  • uitzicht
  • uitstromende lava
  • uitbarstingen
  • waarom strato
  • waar
A
  • Steile hellingen - kegelvormig
  • taai, vloeibaar of viskeus
    Veel kwarts in lava
    • subductie OK: kwarsthoudende mineralen smelten
  • explosief en onregelmatig; gassen en stoom kunnen moeilijk ontsnappen: druk stapelt op
  • strato = laagjes = as gesteente lava
  • hotspots onder continenten: magma breekt nt door: CK smelt (kwartshoudend); bij subductiezones (afbrekende plaatranden) en ring of Fire/ circum Pacifische zone
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Efflata

A

Al het materiaal dat in vloeibare of vaste toestand wordt uitgeworpen (bommen, lapilli, vulkanisch as en vulkanisch stof)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Stratovulkaan met caldera

A

Deel vd kegel weggeblazen door opgestapelde gastrol die te hoog wordt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Aardbeving

A
  • Trilling vd aarde die meestal ontstaat door plotselinge verschuiving van gedeelten van de aardkorst of mantel
  • beweging van lithosfeerplaten bouwen spanningen op aan randen —> gesteenten brokkelen af of verschuiven -> schoksgewijze beweging
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Hypocentrum

A

Plaats in lithosfeer waar de aardbeving ontstaat

- aardbevingshaard

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Epicentrum

A

Plaats op het aardopp recht boven het hypocentrum waar trillingen het minst gedempt worden en de schade het grootst is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Tsunami

A
  • zeer hoge golven/ vloedgolven in kustgebieden

- ontstaan door aardbeving waarbij het epicentrum boven water ligt (=zeebeving)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly