Hoofdstuk 3 Flashcards

1
Q

Wat is een abstracte markt?

A

geheel van vraag naar en aanbod van goederen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is afzet?

A

aantal verkochte producten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat betekent BTW?

A

belasting toegevoegde waarde = omzetbelasting

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welke BTW-tarieven zijn er?

A

het hoge tarief van 21% en het verlaagde tarief van 9% (was 6%)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is een concrete markt?

A

plaats waar kopers en verkopers bij elkaar komen om goederen te verhandelen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is de formele sector?

A

werk en productie geregistreerd door CBS (Centraal Bureau voor de Statistiek)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is de informele sector?

A

werk dat niet geregistreerd wordt zoals vriendendiensten en zwart werk.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is omzet?

A

Verkopen in geld uitgedrukt ofwel afzet x verkoopprijs.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welke productiefactoren zijn er?

A

KANO ofwel kapitaal, arbeid, natuur en ondernemerschap.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn variabele kosten?

A

kosten die afhangen van de productie zoals grondstoffen

of inkoopprijs.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat zijn vaste kosten?

A

kosten die onafhankelijk zijn van de productie zoals huur en verzekeringspremie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is MVO?

A

maatschappelijk verantwoord ondernemen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is investeren?

A

het besteden van geld aan productiemiddelen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zijn afschrijvingen?

A

kostenpost die de jaarlijkse waardevermindering van kapitaalgoederen dekt. Let op: afschrijving hoef je aan niemand te betalen terwijl het wel kosten zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Hoe reken je de consumentenprijs terug naar de verkoopprijs exclusief BTW?

A

Consumentenprijs / 1,21 of consumentenprijs / 1,09

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is brutowinst?

A

Verkoopprijs - inkoopprijs of omzet exclusief BTW - inkoopwaarde omzet.

17
Q

Hoe bereken je het nettoresultaat?

A

Brutowinst - bedrijfskosten

18
Q

Wat is arbeidsproductiviteit?

A

Productie per werknemer in een bepaalde tijd

19
Q

Hoe bereken je de arbeidsproductiviteit?

A

Totale productie in een periode / aantal werkenden (op basis van een volledige baan)

20
Q

Wat is de evenwichtsprijs?

A

prijs waar vraag en aanbod aan el;kaar gelijk zijn.

21
Q

Wat is een marktaandeel?

A

afzet van een onderneming in producenten van de totale afzet op de markt.

22
Q

Wat is een fusie?

A

als twee bedrijven samengaan in een nieuw bedrijf

23
Q

Wat is monopolie?

A

marktvorm met maar een aanbieder en veel vragers

24
Q

Wat is volkomen concurrentie?

A

marktvorm met veel aanbieders en veel vragers met een homogeen goed. (Melk, aardappelen)

25
Q

Wat is een homogeen goed?

A

een goed waarbij alleen de prijs telt bij de aanschaf.

26
Q

Wat is monopolistische concurrentie?

A

marktvorm met veel aanbieders en veel vragers met een heterogeen goed. (Gebak, kappers)

27
Q

Wat zijn heterogene goederen?

A

Goederen waarbij men niet alleen naar de prijs kijkt maar ook naar merk, vorm etc.). Spijkerbroek, telefoon

28
Q

Wat is oligopolie?

A

Marktvorm met enkele aanbieders die elkaar kennen en in de gaten houden als de prijs veranderd.

29
Q

Wat is een kartel (klemtoon op tel)?

A

Afspraak tussen aanbieders om concurrentie te beperken.