hoofdstuk 3,4&5 Flashcards

1
Q

hoe zit het pijlsysteem van bronnen en verbruikers

A

bron: stroomzin en zin e.m.k. gelijk kiezen = generatorpijlsysteem
verbruiker: stroomzin en spanningszin tegengesteld kiezen = verbruikerpijlsysteem

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

formule U0 bij spoel en condensator + benoem het deel

A

U0 = X*I0

met X = reactantie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

formule U0 bij spoel + benoem het deel (2) + formule

A

U0 = XL*I0

met XL = inductieve reactantie of inductantie = ωL

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

formule U0 bij condensator + benoem het deel (2) + formule

A

U0 = XC*I0

met XC = capacitieve reactantie of capacitantie = 1/ωC

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

formule U0 met impedantie

A

U0 = Z*I0

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

hoe gebruik je de eerste wet van Kirchhoff voor stelsels op te lossen

A

je kiest eerst in elke tak een stroomzin (+ naar -)

in elk knooppunt moeten de som van alle stromen 0 zijn dus als de stroom in de knoop binnenkomt is het +I en als die eruit gaat dan -I

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

hoe gebruik je de tweede wet van Kirchhoff voor stelsels op te lossen

A

je kiest eerst in elke lus of maas een omloopzin (meestal + naar -)

dan spanningspijlen tekenen IN de bronnen (- naar +)(zie foto) en bij de weerstanden (tegengesteld van de stroomzin dus - naar +)

in elke lus of maas moeten de som van alle spanningen 0 zijn dus als de spanning met de omloopzin meegaat is het +U en als die tegen de omloopzin gaat is het -U

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

formule van som van sinusoïdale functies

A

u(t) = u1(t) + u2(t)

= A*sin(ωt)+B*cos(ωt) met A = A1+A2 en B = B1+B2

met A1 = U01*cos(φ1) en B1 = U01*sin(φ1)

A2 = U02*cos(φ2) en B2 = U02*sin(φ2)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

geef de vectoriële voorstelling van een weerstand

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

geef de vectoriële voorstelling van een spoel

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

geef de vectoriële voorstelling van een condensator

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

hoe krijg je impedantie + formule

A

als we stroom wegdelen, krijgen we impedantie +

U = Z*I

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

formule admittantie

A

Y = 1/Z

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly