Hoofdstuk 2 Samenwerken Flashcards

1
Q

Bedrijfskolom

A

Een schematische weergaven van de bedrijven die een artikel doorloopt. (van oerproduct tot consument)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Bedrijfstak

A

Een groep bedrijven uit één branche die in de bedrijfskolom op het hetzelfde niveau werken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Centrummanager

A

Een persoon, vaak in dienst van de gemeente, die tot taak heeft de leefbaarheid, kwaliteit en de economische functie van zijn winkelcentrum te verbeteren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Commerciële samenwerking

A

De samenwerking tussen ondernemingen met als doel kostenvoordelen, meer omzet of meer winst te behalen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Concessionair

A

Een zelfstandige retailer die een ruimte huurt in een grotere winkel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Differentiatie ( in de bedrijfskolom)

A

Schakels toevoegen aan een bedrijfskolom. Er komen schakels bij als goederen bijvoorbeeld langs een tussenhandelaar of importeur gaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Direct distributiekanaal

A

Een vorm van distributie waarbij de producent rechtstreeks aan de consument levert. Ook wel uitgesloten kanaal genoemd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Exclusieve distributie

A

Een vorm van distributie waarbij de producent gebruikmaakt van slecht een beperkt aantal distributiepunten, vaak in de vorm van alleenverkooprecht per regio

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Franchising

A

Een vorm van commerciële samenwerking binnen een vaste winkelformule met zowel rechten als plichten, die gelden voor de franchisenemer en de franchisegever

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hard franchising

A

Een vorm van franchising waarbij de franchiser strikte voorwaarden stelt aan bijna alle aspecten van de bedrijfvoering

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Horizontale samenwerking

A

De samenwerking op hetzelfde niveau binnen de bedrijfskolom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Indirect kort distributiekanaal

A

Een vorm van distributie waarbij de groothandel wordt overgeslagen in de bedrijfskolom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Indirect lang distributiekanaal

A

Een vorm van distributie waarbij er tussen de producent en de consument twee of meer schakels zitten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Inkoopcombinatie

A

Commerciële samenwerking waarbij retailers hun orders bundelen en rechtstreeks bestellen bij de fabrikant. Dit heet ook wel een inkoopvereniging

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Integratie in de bedrijfskolom

A

Een bedrijfskolom waaruit een schakel wordt weggenomen. Zo kan een winkel bijvoorbeeld de groothandel overslaan en rechtstreeks inkopen bij de fabrikant

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Intensieve distributie

A

Een vorm van distributie waarbij de producent zo veel mogelijk distributiepunten inschakelt

17
Q

Logistiek

A

Het organiseren, plannen, besturen en uitvoeren van de goederenstroom binnen de bedrijfskolom

18
Q

Netwerken

A

Het onderhouden van contacten met andere mensen. (Geven en nemen)

19
Q

Parallellisatie ( in de bedrijfskolom)

A

Een schakel in de bedrijfskolom gaat ook artikelen uit een andere bedrijfskolom verkopen

20
Q

Pullstrategie

A

Dit is een strategie waarbij de producent zijn marketing rechtstreeks op de consument richt om vraag te creëren. Door deze vraag worden de artikelen als het ware door de bedrijfskolom heen getrokken

21
Q

Pushstrategie

A

Dit is een duwstrategie waarbij de producent handelaren ervan probeert te overtuigen om artikelen in het assortiment op te nemen

22
Q

Selectieve distributie

A

Een vorm van distributie waarbij de producent de in aanmerking komende distributiepunten selecteert

23
Q

Service merchandising

A

Commerciële samenwerking tussen een producent en een ondernemer waarbij de ondernemer een deel van het voorraadbeheer en de presentatie van het assortiment in de winkel toevertrouwt aan een ‘service merchandising’

24
Q

Shop-in-the-shop

A

Een gespecialiseerde afdeling binnen een bepaalde winkel

25
Q

Soft franchising

A

Een vorm van franchising waarbij je als franchisenemer in beperkte mate recht hebt op een zelfstandige bedrijfsvoering

26
Q

Specialisatie ( in de bedrijfskolom)

A

Een bedrijfskolom waarbinnen horizontaal schakels verdwijnen, bijv. doordat een winkel minder verschillende producten verkoopt

27
Q

Toegevoegde waarde

A

Iedere schakel (bedrijf) in de bedrijfskolom voegt iets toe waardoor een artikel meer waarde krijgt

28
Q

Verticale samenwerking

A

De samenwerking met bedrijven onder of boven jouw bedrijf in de bedrijfskolom

29
Q

Vrijwillig filiaalbedrijf (vfb)

A

Samenwerking tussen winkeliers op basis van vrijwilligheid, meestal gebruiken ze dezelfde winkelformule, reclame, marketing en regelen ze de inkoop centraal