Hoofdstuk 2: Kostenbegrippen en Kostprijscomponenten Flashcards
Wat zijn de twee gemeenschappelijke kenmerken van de meeste kostprijssystemen?
- Verzameling van kostengegevens
2. Toerekenen en toewijzen van de kosten aan de verschillende kostenobjecten (verdeelsleutel)
directe kosten
Directe kosten zijn kosten die rechtstreeks betrekking hebben op de kostenobjecten.
Er bestaat een direct, oorzakelijk verband tussen de hoogte van de betrokken kosten en het kostenobject.
indirecte kosten
Indirecte kosten zijn kosten die niet rechtstreeks kunnen toegewezen worden aan het kostenobject.
vaste kosten
Vaste kosten zijn kosten die in totaliteit niet veranderen binnen bepaalde activiteitsgrenzen.
= structuur- of capaciteitskosten
variabele kosten
Variabele kosten zijn kosten die variëren in totaliteit met de activiteiten.
semi-variabele kosten
Semi-variabele kosten zijn kosten waar het onderscheid tussen vaste en variabele kosten niet duidelijk is.
semi-vaste kosten
Semi-vaste kosten zijn kosten wanneer een bepaalde grens wordt overschreden extra middelen moeten worden ingezet waardoor de totale vaste kosten toenemen.
cost driver = kostenveroorzaker
Een cost driver is een factor waar een oorzaak-gevolg relatie bestaat tussen een verandering in volume en een verandering in totale kosten van het kostenobject.
productiekosten
productiekosten zijn kosten verbonden aan de middelen die instaan voor de vervaardiging van producten.
Welke productiekosten onderscheiden we?
- Directe materialen
- Directe arbeidskosten (DAU)
- Indirecte productiekosten (overhead costs)
Welke indirecte productiekosten onderscheiden we?
- Indirecte materiaalkosten: dit zijn materialen die in het productieproces worden verbruikt, maar niet in het product zelf; vb.: smeerolie
- Indirecte arbeidskosten
vb. : kosten veiligheidspersoneel - Overige indirecte productiekosten
vb. : afschrijvingen
niet-productiekosten
Niet-productiekosten zijn kosten van verbruikte middelen in niet-productieschakels van de waardeketen.
totale kostprijs!!
= directe productiekosten \+ directe niet-productiekosten \+ indirecte productiekosten (verdeelsleutel) \+ indirecte niet-productiekosten (verdeelsleutel)
integrale productiekostprijs = PKP
=
directe productiekosten
+
indirecte productiekosten
periodekosten
Periodekosten zijn kosten die niet worden opgenomen in de productiekostprijs van de verkochte producten, maar wel het resultaat beïnvloeden. vb.: commisielonen, administratiekosten,…