Hoofdstuk 2: Het oude Egypte Flashcards

1
Q

In welk tijdvak hoort “het oude Egypte” thuis?

A

Tijd van jagers en boeren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn de drie kenmerkende aspecten van het tijdvak van “het oude Egypte”

A

Tijd van jagers en boeren

  • Levenswijze van jagers en verzamelaars
  • Ontstaan landbouw en landbouwsamenlevingen
  • Ontstaan eerste stedelijke gemeenschappen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Waardoor breekt het eind van het Egyptische rijk aan?

A

vanaf het moment dat het rijk veroverd werd door de Romeinen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wanneer begint de oudheid?

A

Wanneer hoogontwikkelde culturen ontstaan en er rijken ontstaan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Waarom trokken boeren rond 4000 v.C. richting de Nijl?

A

Omdat het steeds droger en warmer werd, alleen bij de Nijl was nog volop voedsel te vinden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoe zorgden de boeren er voor dat ze het hele jaar door genoeg water hadden?

A

Irrigatielandbouw

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Welke twee rijken waren her in het oude Egypte?

A
  • Opper-Egypte (het Nijldal)

- Neder-Egypte (de Nijldelta)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wie stond er aan de leiding in een Egyptisch rijk?

A

de Farao

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoe heette de Farao die rond 3100 v.C. bestuurde en het gebied van neder-Egypte veroverde?

A

Menes

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoeveel dynastieën hebben Egypte geregeerd tussen 3100 en 332 v.C.?

A

31 dynastieën

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hoe worden de dynastieën ingedeeld?

A
  • Het oude rijk (tot 2160 v.C.)
  • Het middenrijk (tot 1780 v.C.)
  • Het nieuwe rijk
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat was het belangrijkste bestuur?

A

Het ministerie van landbevloeiing.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Hoe heette het schrift van de Egyptenaren?

A

Hiërogliefen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat voor type schrift was het hiërogliefenschrift?

A

Een beeldschrift

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Waardoor ontstonden andere beroepen en een bestuur?

A

Door de irrigatielandbouw, die zorgde namelijk voor grote oogsten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wie zaten er in de laagste sociale laag in het oude Egypte?

A
  • Slaven
  • Landarbeiders
  • Herders
  • Boeren
17
Q

Wie zaten er in de laag boven de boeren in het oude Egypte?

A
  • Ambachtslieden
  • Kooplieden
  • Opzichters
18
Q

Wie zaten er in de laag onder de Farao in het oude Egypte?

A
  • Hoge ambtenaren

- Priesters

19
Q

Waarin werden Egyptenaren begraven in de oudste tijd?

A

Mastaba’s.

20
Q

Door wie ontstond de eerste trappenpiramide?

A

Door Farao Djozer. Hij wilde een indrukwekkender graf, en heeft toen architect Imhotep opdracht gegeven meerdere Mastaba’s op elkaar te zetten.

21
Q

In welk jaar werd de piramide van Chefoe gebouwd, en hoe staat deze ook wel bekend?

A

Cheops, 2500 v.C.