Hoofdstuk 2: Het oude Egypte Flashcards
In welk tijdvak hoort “het oude Egypte” thuis?
Tijd van jagers en boeren
Wat zijn de drie kenmerkende aspecten van het tijdvak van “het oude Egypte”
Tijd van jagers en boeren
- Levenswijze van jagers en verzamelaars
- Ontstaan landbouw en landbouwsamenlevingen
- Ontstaan eerste stedelijke gemeenschappen
Waardoor breekt het eind van het Egyptische rijk aan?
vanaf het moment dat het rijk veroverd werd door de Romeinen
Wanneer begint de oudheid?
Wanneer hoogontwikkelde culturen ontstaan en er rijken ontstaan.
Waarom trokken boeren rond 4000 v.C. richting de Nijl?
Omdat het steeds droger en warmer werd, alleen bij de Nijl was nog volop voedsel te vinden.
Hoe zorgden de boeren er voor dat ze het hele jaar door genoeg water hadden?
Irrigatielandbouw
Welke twee rijken waren her in het oude Egypte?
- Opper-Egypte (het Nijldal)
- Neder-Egypte (de Nijldelta)
Wie stond er aan de leiding in een Egyptisch rijk?
de Farao
Hoe heette de Farao die rond 3100 v.C. bestuurde en het gebied van neder-Egypte veroverde?
Menes
Hoeveel dynastieën hebben Egypte geregeerd tussen 3100 en 332 v.C.?
31 dynastieën
Hoe worden de dynastieën ingedeeld?
- Het oude rijk (tot 2160 v.C.)
- Het middenrijk (tot 1780 v.C.)
- Het nieuwe rijk
Wat was het belangrijkste bestuur?
Het ministerie van landbevloeiing.
Hoe heette het schrift van de Egyptenaren?
Hiërogliefen
Wat voor type schrift was het hiërogliefenschrift?
Een beeldschrift
Waardoor ontstonden andere beroepen en een bestuur?
Door de irrigatielandbouw, die zorgde namelijk voor grote oogsten.