Hoofdstuk 2: De oudheid - Griekenland Flashcards
1
Q
Griekenland als regio van migratie en beïnvloeding
A
sinds 1400 v.Chr.
2
Q
Minoïsche en Myceense beschavingen
A
1400-1200 v.Chr.
3
Q
‘duistere eeuwen’
A
1200-800 v.Chr.
4
Q
Hellenistische periode
A
800-31 v.Chr.
5
Q
Preklassieke periode
A
800-500 v.Chr.
6
Q
Klassieke periode
A
500-323 v. Chr.
7
Q
Hellenisme
A
323-31 v.Chr.
8
Q
Homerus
A
750-700 v.Chr.
9
Q
Sappho
A
625-565 v.Chr.
10
Q
Aeschylos
A
525-456 v.Chr.
11
Q
Sofokles
A
496-406 v.Chr.
12
Q
Euripides
A
480-406 v.Chr.
13
Q
Catullus
A
1ste eeuw v.Chr.
14
Q
Ovidius
A
1ste eeuw voor/na Chr.
15
Q
Ovidius: Oresteia
A
458 v.Chr.