Hoofdstuk 2 || Content Flashcards

1
Q

Wat is content volgens Bob Boiko

A

Informatie en interactiviteit die organisaties moeten toepassen om waarde te leveren aan hun klanten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Soorten content (3)

A
  1. Eigen content binnen context eigen media
  2. Eigen content binnen context andere media
  3. Content van professionals en consumenten in de context van andere media
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Eigen content binnen context eigen media

A
  • Content op de website of in de folder
  • Geen enkele andere organisatie heeft invloed op de content en de context waarin het gepubliceerd wordt.
  • Ook wel ‘owned media’ genoemd > Kanalen en middelen die men onder eigen beheer uitgeeft. Het woord ‘media’ zorgt er eigenlijk voor dat het belangrijkste wordt gelaten, namelijk de content. Die bepaalt immers de strekking van de boodschap.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Eigen content binnen context van andere media (2)

A
  • Betaalde ruimte

- Onbetaalde ruimte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Eigen content binnen context van andere media > Betaalde ruimte

A
  • Denk aan seconde, millimeters, clicks > je koopt ruimte in de media van anderen
  • Organisatie heeft volledige zeggenschap over de eigen content, maar niet over de context waarin de boodschap geplaatst wordt. De ruimte is niet onder de controle van een adverteerder
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Eigen content binnen context van andere media > Onbetaalde ruimte

A
  • Social Media, flyeren in drukke gebieden, digitaal distribueren van folders
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Voordeel van ‘Eigen content binnen context van andere media in betaalde ruimte’

A

Je kan meeliften op het bereik dat is opgebouwd in de gewenste doelgroep

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

3 soorten deelnemers op social media

A
  • Mensen die luisteren
  • Mensen die reageren
  • Initiatiefnemers (sprekers)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Passion points

A

deelnemers die overeenkomen met de organisatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Content van professionals en consumenten in de context van andere media

A
  • Consumenten: Schrijven op social media

- Professionals: Journalisten, cabaretiers

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welke 2 kanten heeft de content van professionals en consumenten in de context van andere media

A
  • Positief : verdiende meerwaarde doordat mensen positief praten
  • Negatief : Waardevermindering
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is de beste reactie op een negatieve reactie op social media van een consument of professional

A

Eerlijk en transparant met een duidelijke en begrijpelijk boodschap

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Vier belangrijke soorten eigen content

A
  • Voorlichtende content
  • Commerciële content
  • Transactionele content
  • Serviceverlenende content
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Voorlichtende content

A

Taak : Voorlichten over taakgebied en resultaten van de organisatie

  • Geeft informatie over grbiurk en toepassingen van een product of dienst
  • Veel overheidsorganisaties doen dit
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Commerciële content

A

Taak 1: de potentiële klant te interesseren en tot aankoop stimuleren
Taak 2: De klant behouden, te binden en te verbinden
- Ondersteunt het proces van klant worden, keuzes maken en klant zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Transactionele content

A
  • Zorgt ervoor dat de klant geïnformeerd zijn over status en financiële aspecten van de aankoop
17
Q

Serviceverlenende content

A

alle content die de servicezaken tussen klanten en organisatie ondersteunt
- Reparaties, klachten

18
Q

Andere soorten contentsoorten (4) + omschrijving van deze soorten content

A
  • Administratieve content (feitelijke content van en over de klant)
  • Financiële content (omvat alles financiële gegevens van de organisatie)
  • Instructieve content (ondersteunt medewerkers bij het klantproces, de uitvoering van hun taken en werkzaamheden.
  • Wettelijke en juridische content (geeft aan waar de organisatie zich aan moet houden)
19
Q

Klankproces bedrijven

A
1 Orienteren - Voorlichtende content 
2 Beslissen - Commerciële conten
3 Bestellen - Transactionele content
4 Klant zijn 
Ondertussen : Serviceverlenende content
20
Q

Klankproces overheid

A
1 Oriënteren - Voorlichtende content 
2 Informeren - Voorlichtende content 
3 Aanvragen - Transactionele content
4 Klant zijn 
Ondertussen : serviceverlende content
21
Q

Wanneer heeft eigen content geen waarde (5)

A
  • Denken dat
  • Vanuit organisatie perspectief
  • Zendgericht
  • Massagericht
  • Afzonderlijke content
22
Q

Wanneer heeft eigen content wel waarde (5)

A
  • ‘Weten’ door te luisteren
  • Vanuit klankperspectief
  • Interactiegericht
  • Individu gericht
  • Geïntegreerde elkaar versterkende content