Hoofdstuk 2 Behaviorisme Flashcards

1
Q

Wat betekent representatie volgens Bruner?

A

Een soort weergeven van opgedane kennis. Eerst op een handelend niveau, later in beelden/ schema’s en daarna symbolisch in taal of getallen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Bruner stelt dat er drie systemen zijn om informatie te verwerken

A

1, actieve representatie
2,beeldende representatie
3. Symbolische representatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke drie psychologen worden gerekend tot het constructivisme?

A

Piaget
Bruner
Vygotsky

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is epistemologie

A

Wetenschaps theoretische kennis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is intentioneel leren?

A

Schools leren, planmatig aangeboden leerstof passend bij het ontwikkelingsniveau

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is het premack principe

A

het grootmoeders principe: Als je ,,,,, dan mag je,,,,,

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Welke drie epistomologische kennistradities ken je?

A

Objectivisme
Pragmatisme
Interpretivisme

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is een leertheorie

A

Elke theoretische actie die leidt tot verandering van gedrag, veroorzaakt door versterkers die dit gedrag triggeren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wie zijn bekende Behavioristen?

A

Ebbinghaus
Thorndike
Pavlov

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is de vergeetcurve?

A

Als je de aangeleerde vaardigheid onvoldoende onderhoudt verlies je een deel van het aangeleerde. De basis blijft bekend

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is law off effect?

A

Een individu toont verschillend gedrag. Als een bep gedrag een positief effect heeft zal dit gedrag vaker vertoont worden. Daardoor kan negatief gedrag verminderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Waar hield Thorndike zich mee bezig?

A

Puzzelbox. Kippen en katten in een kooi en met een beloning op de achtergrond leerden zij de kooi te openen. Stimulus en respons

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Waar is Pavlov bekend door geworden?

A

Een hond gaat kwijlen omdat hij bij het horen van een geluid iets te eten krijgt.
Later gaat hij al kwijlen bij het geluid, ook al is er geen eten te zien.
Nog later gaat de hond kwijlen bij het zien van de man die het geluid veroorzaakt.
Dit is klassiek conditioneren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is instructie?

A

Iemand met een doel iets leren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wie is een Radicale Behaviorist?

A

B.F.Skinner

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is leren

A

…een blijvende verandering in gedrag of gedragspotentieel die voortkomt uit ervaringen en interacties met de omgeving.

17
Q

Wat zijn positieve versterkers in het Behaviorisme?

A

Dat kan een beloning zijn maar ook een positieve ervaring die helpt om het nieuwe gedrag vaker te laten zien

18
Q

Wat is een reinforcement removal?

A

Een versterker die als een beloning heeft gewerkt maar wordt afgenomen als de lerende het geleerde niet - meer- laat zien.

19
Q

Wat is shaping?

A

nieuw gedrag geleidelijk aanleren met een einddoel voor ogen

20
Q

Wat is chaining?

A

stap voor stap iets leren. Voorkennis bij bv dansen is dat je kunt lopen en stilstaan, huppelen etc. Om te leren dansen moet je een veelvoud aan ingewikkelde stapjes leren

21
Q

Wat is fading?

A

leren dat niet elk gedrag in elke situatie gewenst is. Een klap op je schouder na het scoren is oké, maar een dergelijke klap op je schouder van een leidinggevende kan ongewenst zijn

22
Q

Als je een plan maakt om gedrag te veranderen, aan welke stappen moet je dan denken?

A

PBS
1, benoem het leerdoel
2,bedenk welke bekrachtigers ingezet zullen worden
3,bedenk hoe je het gaat aanpakken
4,voer het plan uit en registreer de groei
5,evalueer het proces en benoem de successen en stel het plan bij

23
Q

Wat is aangeleerde hulpeloosheid

A

passieve aanvaarding van gebeurtenissen, schijnbaar buiten iemands controle. vb hond die een schok krijgt . Bij een volgende gebeurtenis heeft de hond de kans om weg te springen maar doet dit niet en wacht depressief op de volgende schok ( ziekenhuizen/verpleegtehuizen)

24
Q

Negatieve bekrachtigers zijn moeilijker te bedenken dan positieve. vb geen gordel omdoen geeft piepsignaal.

A

nog meer voorbeelden: je tanden maar gaan poetsen zodat je moeder stopt met zeuren. voor in de klas gaan zitten om het bord wel kunt zien.

25
Q

Wat is extinction?

A

gedrag dat wordt ondersteunt door positieve bekrachtigers stopt als de bekrachtiger wordt weggehaald

26
Q

Wat is Response cost?

A

Vooraf bepalen wat de beloning is die iemand ontvangt voor goed gedrag. Als het gedrag niet zichtbaar is of overtreden wordt dan moet een deel van de beloning ingeleverd worden

27
Q

Wat is Fixted ratio Schedules

A

bv.een voldoende voor een toets > goed geleerd =een goed cijfer

28
Q

Wat is Fixed Interval Schedules

A

vb het salaris dat je na een maand -goed - werken zult verdienen. Er zit een regelmaat in

29
Q

Wat is Variabel Ratio and Variable Interval Schedules

A

De bekrachtiger (salaris) komt met een onregelmaat, bv een bonus

30
Q

Managing Learning and Behavior in Instructional Systems

A

vb PBS of Taakspel

31
Q

Waar legt het Behaviorisme de nadruk op?

A

Het verbeteren van waarneembaar gedrag door het inzetten van versterkers ( bekrachtigers)