Hoofdstuk 2 - Begrippentrainer Flashcards
Gliacel
Structurele steun aan neuronen
Cerebrale cortex
Verantwoordelijk voor hogere mentale processen, waaronder denken en waarnemen
Dendrieten
Vertakte uitlopers van het cellichaam (neuroon) die informatie binnenhalen
Pons
Gebied dat slaap en dromen reguleert. Latijns voor brug
Somatische zenuwstelsel
Deel van perifere zenuwstelsel dat boodschappen naar skeletspieren van het lichaam
Medulla
Controleert hartslag en ademhaling
Motorische neuron
Zenuwcel die boodschappen van centrale zenuwstelsel naar spieren / klieren geleidt
Hippocampus
Langdurige herinneringen
Creationisme
Leven in het universum gecreëerd door goddelijk bestaan.
Autonome zenuwstelsel
Verzendt boodschappen naar interne organen en klieren
Formation reticularis
Potlood vormige structuur in de hersenstam tussen medulla en de pons. betrokken bij slapen en waken
Soma
Gedeelte van de cel waar de kern zich in bevindt.
Genoom
Het genoom van een organisme omvat een complete set chromosomen.
Temporaalkwab
Verwerkt geluid & taak
Evolutie
Het geleidelijke proces van biologische verandering
Antagonist
Medicijn die het effect van neurotransmitter blokkeert
Axon
Stuurt informatie vanuit cellichaam naar eindknopjes - andrieten
Plasticiteit
Mogelijkheid van zenuwstelsel om zich aan te passen of te veranderen (schade)
Adaptief kenmerk
Gebaseerd op aanpassing aan een specifieke omgeving
Fenotype
Waarneembare fysieke kenmerken van een organisme
Genotype
kenmerken van een organisme die genetisch zijn vastgelegd
Sensorische neuron
Stuurt boodschappen van sensorische receptoren naar centrale zenuwstelsel
Sympathische zenuwstelsel
Stuurt boodschappen naar inwendige organen en klieren. stelt ons in staat te reageren op stressvolle situaties en noodgevallen