Hoofdstuk 2 begrippen deel 1 blz 52

Question 1

atmosfeer

Answer 1

de lucht om ons heen

Question 2

biobrandstof

Answer 2

brandstof(benzine, diesel, gas) die gemaakt is uit biomassa; is een alternatief voor fossiele brandstoffen

Question 3

biomassa

Answer 3

organische materialen, zoals plantaardige olie, hout en groente- en tuinafval

Question 4

boezem

Answer 4

het stelsel van sloten en plassen waarin overtollig water uit polders tijdelijk wordt opgeslagen

Question 5

broeikaseffect

Answer 5

het vasthouden van de zonnewarmte door de dampkring

Question 6

condenseren

Answer 6

vorming van waterdruppels door afkoelen van waterdamp

Question 7

debiet

Answer 7

de hoeveelheid water die op een bepaald punt door de rivier stroomt( uitgedrukt in kubieke meter per seconde)

Question 8

delfstof

Answer 8

grond- en brandstof die je uit de aarde haalt

Question 9

delta

Answer 9

een gebied vlak voor de monding, waar de rivier zich vertakt in vele rivierlopen

Question 10

dijk

Answer 10

een door mensen aangelegde waterkering

Question 11

droogmakerij

Answer 11

een drooggemalen meer, waar de waterstand kunstmatig wordt geregeld

Question 12

duurzaamheid

Answer 12

niet meer natuurlijke hulpbronnen gebruiken dan dat er bij komen, zodat mensen ze ook in de toekomst nog kunnen gebruiken

Question 13

duurzame energiebron

Answer 13

energiebron die bij het gebruik ervan nooit opraakt en die het broeikaseffect niet versterkt.heet ook hernieuwbare energiebron

Question 14

energie

Answer 14

de kracht die dingen laat werken

Question 15

energiebesparing

Answer 15

minder (fossiele) energie gebruiken

Question 16

energietransitie

Answer 16

overgang van het gebruik van fossiele energiebronnen naar duurzame energiebronnen

Question 17

fossiele brandstoffen/fossiele energiebronnen

Answer 17

brandstoffen die in miljoenen jaren gevormd zijn uit resten van afgestorven planten,bomen en dieren( aardgas, aardolie en steenkool)

Question 18

fotosynthese

Answer 18

het onder invloed van zonlicht omzetten van water en koolzuurgas in suikers en zuurstof door planten en bomen

Question 19

gemaal

Answer 19

een machine die water wegpompt uit een polder

Question 20

geothermische energie

Answer 20

duurzame energie uit de natuurlijke hitte in het binnenste van de aarde

Question 21

glaciaal

Answer 21

een koude periode waarin zich op het land uitgestrekte ijskappen vormen

Question 22

gletsjer

Answer 22

een met nauwelijks waarneembare snelheid naar het dal schuivende ijstong, die hoog in de bergen begint in een verzamelbekken van sneeuw

Question 23

grondwater

Answer 23

water dat zich in de bodem bevindt

Question 24

hernieuwbare energiebron

Answer 24

energiebron die bij het gebruik ervan nooit opraakt en die het broeikaseffect niet versterkt. Heet ook duurzame energiebron

Question 25

hydro-elektriciteit

Answer 25

duurzame energie, waarbij elektriciteit wordt opgewekt met behulp van vallend water

Question 26

ijstijd

Answer 26

een koude periode waarin zich op het land uitgestrekte ijskappen vormen

Question 27

interglaciaal

Answer 27

periode van 10.000 tot 20.000 jaar tussen twee ijstijden in, waarin de temperatuur op aarde een paar graden stijgt