Hoofdstuk 2 Begrippen Flashcards
Absolute afstand
Afstand die hemelsbreed wordt gemeten in kilometers
Absolute ligging
Ligging van een plaats op aarde, vastgelegd in een coördinatenstelsel.
Afstandsverval
De afname (van de intensiteit) van een verschijnsel naarmate de afstand t.o.v. een centraal punt toeneemt.
Amerikanisering
Overname van Amerikaanse normen en waarden, maar ook van economische elementen, in andere cultuurgebieden.
Andersglobalist
Persoon die deel uitmaakt van een politieke beweging die de globalisering in zijn geheel of op belangrijke onderdelen afwijst vanwege de negatieve gevolgen op bijvoorbeeld de democratische besluitvorming, de duurzaamheid of de sociale ongelijkheid.
BRICS-land
Politieke en economische organisatie van Brazilië, Rusland, India, China en Zuid-Afrika die zich (met uitzondering van Zuid-Afrika) in een vergelijkbaar stadium van economische ontwikkeling bevinden.
Burgerschap
De rechten en plichten die voortvloeien uit de nationaliteit van een persoon, zoals zijn politieke rechten en het recht op onderwijs of medische voorzieningen.
Centrumland
Land in een hoogontwikkelde rijke regio van het wereldsysteem, waarin de economische en politieke macht is geconcentreed. Heet ook wel kernland.
Dekolonisatie
Het staatkundig soeverein worden van een vroegere kolonie.
Europeanisering
Overname van Europese normen en waarden, maar ook van politieke en economische elementen, in andere cultuurgebieden.
Fragmentarische modernisering
Het naast elkaar voorkomen van moderne en traditionele economische activiteiten in hetzelfde gebied.
Global shift
De verschuiving van het economische zwaartepunt
Hegemoniale staat
Staat die met economische, financiële, politieke en militaire middelen een dominerende (overheersende en beslissende) rol speelt in het wereldsysteem.
Imperialisme
Proces waarbij landen hun macht in andere delen van de wereld willen uitbreiden door gebieden te veroveren en te controleren.
Informatietechnologie
De techniek die wordt ingezet voor de verzending of uitwisseling van informatie.