Hoofdstuk 2 begrippen Flashcards
Consumptief krediet
Een consumptief krediet is een door de consument afgesloten lening voor consumptieve doeleinden zoals het kopen van een fiets of auto maar ook om te voorzien in levensonderhoud.
Kredietnemer
hij/zij leent het geld
Kredietgever
hij/zij geeft het geld
Kredietkosten
De kosten van een krediet of lening zoals de interestkosten, administratie kosten, verzekeringskosten, etc.
Persoonlijke lening
Is een lening aan de consument voor de aanschaf van een duurzaam consumptiegoed.
Aflossingsbestandsdeel
Het deel van de annuïteit dat dient ter aflossing van de lening.
Rentebestandsdeel
Het deel van de annuïteit dat aan rente op de lening moet worden betaalt
Annuïteit
Een periodiek gelijkblijvend bedrag bestaande uit een aflossingsbestandsdeel en een rentebestandsdeel.
Doorlopend krediet
Is een kredietvorm waarbij met de kredietnemer wordt overeengekomen tot welk bedrag (de kredietlimiet) deze naar behoefte geld kan lenen.
Kredietlimiet
het maximale bedrag dat je bij een doorlopend krediet kunt lenen (rood staan) deze naar behoefte geld kan lenen.
Huurkoop
Een manier van kopen waarbij je verspreid over termijnen betaald, pas na de laatste betaling eigenaar.
Koop op afbetaling
Een manier van kopen waarbij je verspreid over termijnen betaalt, direct al eigenaar.
Enkelvoudige interest
Bij enkelvoudige interest wordt de interest berekent over de eerste periode of schuld.