Hoofdstuk 2 Flashcards
wat zijn de indelingen van contracten?
- hoe & waar ontstaan de contracten?
- welke partijen gaan verbintenissen aan?
- wie haalt er voordeel uit het contract?
- wie heeft inspraak in de inhoud van het contract?
Hoe en waar kunnen contracten ontstaan?
- consensuele contracten
- vormelijke contracten
- zakelijke contracten
welke partijen gaan verbintenissen aan?
- wederkerige contracten
–> beide partijen zijn verbonden - eenzijdige contracten
–> partij verbindt zich jegens andere partij maar niet omgekeerd
wie haalt er voordeel uit het contract?
- contract onder bezwarende titel
–> vergeldend contract
–> kans contract - contract ten kosteloze titel
wie heeft er inspraak in de inhoud?
- onderhandelende contracten
- toedredingscontracten
wat is het synoniem voor toedredingscontracten?
standaardcontracten
wat is er speciaal bij kanscontracten?
doordat er bij deze contracten kans op winst of risico op verlies is, kan je geen nietigheid aanvragen bij benadeling
contract
de wilsovereenstemming tussen twee of meerdere personen met de bedoeling rechtsgevolgen te doen ontstaan
wat is het verschil tussen zakelijke, consensuele en vormelijke contracten?
- consensuele contracten komen tot stand vormvrij, er is louter wilsovereenstemming nodig
- vormelijke contracten zijn onderworpen aan vormvereisten
- zakelijke contracten komen tot stand door de onderwerping aan de overhandiging van een voorwerp van de ene partij aan de andere
wat zijn de fundamentele principes van het contractenrecht
- wilsautonomie, vrijheid & consensualisme
- bindende kracht van het contract
- goede trouw
wat zijn de functies van goede trouw?
- interpretatieve werking
- aanvullende werking
- matigende werking
wat zijn de beperkingen van contractvrijheid?
feitelijke beperking: toedredingscontracten
juridische beperkingen: niet in gaan tegen het dwingend recht & de openbare orde
- verbod op discriminatie
- verbod op bedrog
- verbod op rechtsdiscriminatie
wat is een synoniem voor contract ten kosteloze titel
contract uit vrijgevigheid
verschoonbaar
dwaling is niet te wijten aan eigen fout van dwalende partij + redelijke en voorzichtige persoon zou dezelfde fout gemaakt hebben
voorwaarden bedrog
- periode voor de contractsluiting
- determinerend karakter
- opzettelijk
- misleiding van wederpartij
- kunstgreep of list
voorwaarden dwaling
- doorslaggevend karakter
- fout idee op ogenblik van contractsluiting
- verschoonbaar
voorwaarden geweld
- op moment van de contractsluiting
- onmiddelijke vrees –> nakende of dadelijke aantasting van de fysieke of morele integriteit of vermogen
- vrees voor aantasting
- dwang ten aanzien van gedwongen partij of naasten
- dwang moet onrechtmatig zijn
- determinerend karakter
- uitgaan van wederpartij of medeplichtigheid
welke soorten nietigheid bestaan er
- gerechtelijke nietigheid
- minnelijke nietigheid
- eenzijdig buitengerechtelijke nietigheid
wat is het verschil tussen absolute en relatieve nietigheid
absolute nietigheid
- schending openbare orde
- iedere belanghebbende kan zich erop beroepen
- geen bevestiging mogelijk
relatieve nietigheid
- schending dwingend recht
- enkel beschermde persoon kan zich erop beroepen
- bevestiging mogelijk
welke wilsgebreken zijn er allemaal?
- dwaling
- geweld
- benadeling
- bedrog
- misbruik door omstandigheden
voorwaarden voor een bepaalbaar & geoorloofd voorwerp
- moet mogelijk zijn
- noodzakelijk in handel
- bepaalbaar zijn zonder nieuwe wilsovereenstemming
- geoorloofd zijn
wanneer ben je onbekwaam om je bewuste en vrije toestemming te geven?
- onbekwaamheid
- korte of langdurige bewustheidsstoornis
- wilsverhinderende dwaling
geldigheidsvereisten voor een contract
- vrije en bewuste toestemming nodig van elke partij
- bekwaamheid om contracten aan te gaan
- bepaalbaar & geoorloofd voorwerp
- geoorloofde oorzaak
welke uitzonderingen zijn er bij aanvaarding van contract?
- bedenktijd van een maand
- herroepingsrecht
- contracten met bijzonder moment van totstandkoming
–> zakelijke & vormelijke contracten