hoofdstuk 2 Flashcards

1
Q

de abdij

A

een groep gebouwen waaronder een klooster waar geestelijken samenleven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

de clerus

A

de stand in dienst van de Kerk, synoniem voor geestelijken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

erfrecht

A

het recht dat de verdeling van de erfenis en de opvolging regelt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

hofmeier

A

de persoon die aan het hoofd staat van de koninklijke hofhouding

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

het machtsvacuüm

A

een periode waarin er geen duidelijke machthebber is nadat een machthebber verdwijnt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

het mausoleum

A

een monumentale koninklijke begraafplaats

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

de miniatuur

A

een geschilderde afbeelding in een middeleeuws boek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

paus

A

het hoofd van de katholieke Kerk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

de monnik

A

een persoon uit de clerus die in een klooster woonde

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

rijkskerkenstelsel

A

een systeem waarbij de keizer geestelijken benoemt om gebieden in zijn naam te besturen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

standplaats-gebondenheid

A

de kenmerken en ervaringen van een persoon die zijn daden en denken beïnvloeden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

centraal bestuur

A

een bestuursvorm waarbij de beslissingsmacht en controle voornamelijk geconcentreerd zijn bij
één centraal orgaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

verdrag van Verdun

A

verdrag opgesteld in 843 waarin het Frankische rijk verdeeld wordt in 3 stukken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

ijzeren eeuw

A

periode tussen 850-950 waarin er veel interne strijd was binnen het Franktische rijk en veel
buitenlands aanvallen van o.a. de Noormannen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

decentralisatie

A

beslissingsbevoegdheid wordt verdeeld over meerdere niveaus; macht in een samenleving
wordt steeds meer verdeeld over lokale machthebbers

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

heilig roomse rijk

A

Rijk dat na de IJzeren eeuw ontstaat uit het Oost-Frankische Rijk

17
Q

ottonen

A

Nieuwe dynastie die het HRR bestuurt vanaf het einde van de 10e eeuw.
Zij hadden veel macht (o.a. door het rijkkerkenstelsel)

18
Q

capetingers

A

Nieuwe dynastie die Frankrijk bestuurt vanaf het einde van de 10e eeuw.
Zij hadden de eerste eeuwen weinig macht.

19
Q

Frankrijk

A

Rijk dat na de IJzeren ontstaat uit het West-Frankische Rijk