Hoofdstuk 2 Flashcards

1
Q

Welke 3 cases van een algoritme worden onderzocht

A

Beste case running time,
worst case running time,
average case running time

Worst case is het belangrijkste, algoritmen zal nooit slechter performen. Gemiddeld is moeilijk te bepalen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is P en NP

A

P = alle problemen die oplosbaar zijn in polynomiale tijd

NP = nondeterministic polynomial = Alle problemen waarvan de oplossing te verifieeren valt in polynomiale tijd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn de nadelen van een asymptotische benadering?

A

Constante spelen geen rol. Twee algoritmen kunnen dezelfde asymptotisch gedrag hebben maar niet even snel zijn

De benadering geldt enkel voor algoritmen met voldoende gegevens (n).

De asymptotische bovengrens van het slechtste geval kan soms te pessimistisch zijn, of heel zeldzaam

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q
A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly