Hoofdstuk 2 Flashcards
Fosfolipiden
De belangrijkste bouwsteen van en membraan, bestaat uit een kop en 2 staartjes
Vetgroepen en fosfaatgroepen
Vergroepen: naar binnen gekeerd, hydrofoob
Fosfaatgroepen: naar buiten gekeerd, hydrofiel
Glycocalyx
Koolhydraten op het oppervlak van cel membraan
Ruwe ER, gladde ER
Ruwe: met ribosomen -> eiwittransportfunctie
Gladde: zonder ribosomen, speelt rol bij de aanmaak van koolhydraten en vetten of ontgifting van de cel
Endocytose
Proces waarbij de cel stoffen opneemt die door de celmembraan worden ingesloten
Apoptose
Zelfvernietiging van de cel
Necrose
Onbedoeld afsterven van cellen of weefsels
Motoreiwitten
Pakken deeltjes van en vervoeren ze langs de microtubuli
Microtubuli
Uiterst dunne buisjes die in alle richtingen door de cel verlopen (zorgen voor vormverandering)
Fagocytose
Proces waarbij Het membraan van een cel vaste deeltjes, zoals andere cellen, omsluit en zo een holte binnen de cel vormt waarin de omsloten deeltjes buiten het cytoplasma veilig opgeslagen worden. 
Chromoplasten
Gekleurde plastiden
Leukoplasten
Kleurloze plastiden
Amyloplasten
Leukoplasten waarin zetmeel word opgeslagen (ook wel zetmeelkorrels)
Chlorofyl
Bladgroen (zorgt voor groep pigment in chloroplast)
Tonoplast
Grote centrale vacuole die omgeven is door een membraan
Celstrekking
Groei van plantencel als gevolg van vochttoename
Middenlamel
Wand tussen twee cellen
Hypertoon, hypotoon en isotoon
Hypertoon: buiten de cel meer opgeloste deeltjes
Hypotoon: buiten de cel minder opgeloste deeltjes
Isotoon: buiten de cel even veel opgeloste deeltjes
Invloed op diffusie en osmosesnelheid
- concentratieverschil
- diffusieoppervlak
- diffusieafstand
- temperatuur
- de aard van het medium
Oppervlakte-inhoud-relatie
De verhouding tussen de oppervlakten en het volume van een organisme. Dit houdt in, dat kleine cellen in verhouding tot een grotere en groter oppervlak hebben. Hierdoor kunnen ze makkelijk voldoende stof en met de omgeving uitwisselen om in leven te blijven.
Turgor
Wanneer de inhoud van de plantencel duwt tegen de binnenkant van de celwand
Plasmolyse
Wanneer een turgescente cel terecht komt in een sterk geconcentreerde oplossing, dan zal de cel door osmose water naar buiten afgeven. De celinhoud kan daarbij zelfs loslaten van de celwand. Dit proces heet plasmolyse.
Ionenpomp
Complexe moleculen in het celmembraan waarmee ionen in en uit de cel gepompt kunnen worden.
Rustpotentiaal
Het ladings verschil tussen de binnen en de buitenkant van het celmembraan wanneer er geen impuls voort geleid wordt