hoofdstuk 2 Flashcards

1
Q

consumer power

A

de invloed die je als groep consumenten hebt op producenten door gezamenlijk op te treden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

keurmerk

A

een logo op een product waarmee de fabrikant laat zien dat het product aan bepaalde eisen voldoet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

ACM

A

autoriteit Consument & markt. deze overheidsinstelling let erop dat bedrijven de consument eerlijk behandelen en dat bedrijven eerlijk met elkaar concurreren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

consumentenrecht

A

een verzameling wetten en regels di ede consument beschermen bij aankoop van een product. de belangrijkste wetten zijn:

  • warenwet
  • de wet product en aansprakelijkheid
  • de wet koop op afstand
  • de colportagewet
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

huurtoeslag

A

de financiële bijdrage van de overheid waarmee je een deel van de huur kunt betalen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

hypothecaire lening

A

een lening voor de aankoop van een woning

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

onroerendezaakbelasting (ozb)

A

de belasting die je aan de gemeente moet betalen als je eigenaar van een woning bent

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

woningmarkt

A

de totale vraag naar woningen en het totale aanbod van woningen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

maatschappelijke kosten

A

alle nadelen die we als samenleving hebben, bijvoorbeeld van milieuschade

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

milieuschade

A

alle negatieve gevolgen van ons gedrag voor het milieu

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

subsidie

A

een financiële bijdrage van de overheid om burgers en bedrijven te stimuleren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly