Hoofdstuk 15 Flashcards

1
Q

Wat zie je op de afbeelding?

A

A & B= Kruisgehengen

C= Gesmeed kruisgeheng

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zie je op de afbeelding?

A
A= Duimgeheng
B= Gesmeed duimgeheng met inslagduim
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zie je op de afbeelding?

A

Staartgeheng

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zie je op de afbeelding? (boven => onder)

A

Bovenste twee= Schroefduim

Inslagduim

Plaatduim met draadeind

Plaatduim

Klauwduim

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zie je op de afbeelding?

A

Sierankerduimgeheng met bocht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zie je op de afbeelding?

A

A= Gelagerd dubbellids scharnier

B= Kunststof gelegerd enkellids scharnier

(Verschil zit hem in het middenstuk)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zie je op de afbeelding?

A

Kogelstiftpaumelle met vaste dievenpen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zie je op de afbeelding?

A

A= Dievenpen

B & C= Dievenklauw

C= Dievenklauw toegepast als inbraakwering bij een deur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zie je op de afbeelding?

A

Bommerscharnier enkel (onder) en dubbel (boven)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zie je op de afbeelding?

A

Hawgood-scharnier of pendeurscharnier

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat zie je op de afbeelding?

A

Inboorpaumelles

Boven= voor houten kozijnen
Onder= voor plaatstalen kozijnen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat zie je op de afbeelding?

A

Oplopende paumelle

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zie je op de afbeelding?

A

Paunier

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zie je op de afbeelding?

A

Taatsdeur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat zie je op de afbeelding?

A

Deurdranger

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat zie je op de afbeelding?

A

Deursluiters (Dictator)

17
Q

Wat zie je op de afbeelding?

A

A= Hangrol

B= Rolsloten

C= Ophangsysteem

18
Q

Wat zie je op de afbeelding?

A

Deurschuiven

A= opleg bochtschuif

B= Inlaatschuif

19
Q

Wat zie je op de afbeelding?

A
A= Kantschuif
B= Basculeschuif
20
Q

Wat zie je op de afbeelding?

A

A= deurgrendel

B= valgrendel

21
Q

Wat zie je op de afbeelding?

A

Insteekgrendel

22
Q

Wat zie je op de afbeelding?

A
Links= Pompespagnolet 
Rechts= Krukespagnolet
23
Q

Wat zie je op de afbeelding?

A

A= Heksluiting

B & C= Klinkstellen

24
Q

Wat zie je op de afbeelding?

A

A= Oplegslot

B= Insteekslot

C= Inlaatslot

25
Q

Wat zie je op de afbeelding?

A

Oplegslot of cilinderslot

26
Q

Wat zie je op de afbeelding? (benoem bij A de begrippen van boven => onder)

A

A= Insteekslot met dag- en nachtschoot

Slotkast
Slotplaat
Dagschoot
Krukgat
Nachtshoot
Gat voor borgschroef
Profielcilinder

B= Insteek meerpuntssluiting

27
Q

Wat zie je op de afbeelding? (van links => rechts = A,B,C,D,E)

A

A & B= Dopsleutels
C,D & E= pijpsleutel

A & D= bontbaardsleutel (de baard is gegolfd)
B & E= klaviersleutel (de baard is getand of getrapt)

28
Q

Wat zie je op de afbeelding?

A

Insteekklavierslot met dag- en nachtschoot

29
Q

Wat zie je op de afbeelding?

A

Lips Keso cilindersleutel

30
Q

Wat zie je op de afbeelding?

A
Boven= Scheufdeurslot
Onder= Panieksluiting met pushbar
31
Q

Wat zie je op de afbeelding?

A

Scheufdeuroverval

32
Q

Wat zie je op de afbeelding?

A

Deurvangbeugel met windhaak

33
Q

Wat zie je op de afbeelding?

A
Links= wervels
Rechts= Herderinnetje
34
Q

Wat zie je op de afbeelding?

A

Kajuithaak

35
Q

Wat zie je op de afbeelding?

A
Links= kierstandhouder
Rechts= Deurketting
36
Q

Wat zie je op de afbeelding?

A

Bovenste is een combi-raamuitzetter

onderste twee zijn raamuitzetters

37
Q

Wat zie je op de afbeelding?

A
Boven= Raamboopjes zonder kast
Onder= Tramklinkje
38
Q

Wat zie je op de afbeelding?

A

Sluitkommen en sluitplaten

39
Q

Wat zie je op de afbeelding?

A

A= Sluitwerk en bouwbeslag voor een valraam (de vangijzers niet en wel gekoppeld met een barriere-stang)

B= Raamscharen
C= Raamknippen
D= Stokhaken