hoofdstuk 1.3 Flashcards
platentektoniek
de processen waarbij platen ontstaan, bewegen en verdwijnen
convectiestroom
bewegend heet magma in de mantel van de aarde
subductie
het wegzakken van een oceanische plaat in de asthenosfeer, onder een andere plaat
slab pull
het proces dat onder invloed van de zwaartekracht een afgekoeld en zwaar geworden deel van een oceanische plaat wegzakt in de asthenosfeer. de oceanische plaat trekt daarbij een hele aardplaat mee. dit is de belangrijkste aandrijvende kracht van de platentektoniek
ridge push
het proces dat onder invloed van de zwaartekracht de oceanische plaat van de hete en hoog liggende mid-oceanische rug afglijdt
convergentie
het naar elkaar toe bewegen van platen
subductiezone
het gebied waar een afgekoelde oceanische plaat door de zwaartekracht de mantel inzakt onder een andere oceanische plaat of onder een continentale plaat
trog
langgerekte, diepe kloof langs de rand van duikende oceanische platen
gebergtevorming
het ontstaan van gebergten onder invloed van platentektoniek
vulkanisme
verschijnsel waarbij heet magma uit de diepe ondergrond naar boven beweegt
explosieve erupties
heftige vulkaanuitbarsting van taaie lava, vulkaanbommen en as die ontstaat onder invloed van hoge gasdruk of als het magma in contact komt met water
compressie
verschijnsel dat optreedt als een aardplaat ineen wordt geperst of als twee aardplaten op elkaar worden geperst onder invloed van platentektoniek
plooiingsgebergten
gebergte dat is ontstaan door de plooiing van delen van de aardkorst
divergentie
het van elkaar af bewegen van platen
divergente plaatgrens
grens tussen twee platen die van elkaar af bewegen
riftvallei
een langgerekte vallei die ontstaat, doordat bij een divergente plaatgrens blokken langs breuklijnen naar beneden zakken
riftschouders
een langgerekte, bergachtige, hoger liggende zone, aan weerszijden van een riftvallei (die ontstaat onder invloed van de hitte van het magma vlak onder de lithosfeer)
horsten
hoger gelegen gebied tussen twee breuken
slenken
een laagte die ontstaat doordat een blokvormig deel van de aardkorst wegzakt langs breukvlakken
effusieve erupties
rustige vulkaanuitbarsting
transforme plaatgrens
grens waar platen langs elkaar schuiven
bekken
lagere delen in de aardplaten die door de verschillende rek- en duwkrachten in de platen als geheel langzaam naar beneden bewegen of een laagte vormen