Hoofdstuk 12 Flashcards

1
Q

Lichaamscellen

A

lichaamscellen worden door gegeven aan je kinderen voor eigenschappen met twee allelen

lichaamscellen hebben alleen chromosoomparen, dus kan alleen een even aantal chromosomen hebben en worden overgegeven aan je kinderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Genotype

A

een genotype voor een eigenschap heeft twee allelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Homozygoot

A

homozygoot is een genotype met twee dezelfde allelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Heterozygoot

A

heterozygoot is een genotype met twee verschillende allelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Dominant

A

een dominante allel is een allel die zichtbaar als je er een hebt in je genotype

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Recessief

A

een recessief allel is een allel die niet zichtbaar is als je een dominant allel
hebt in je genotype

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Notatie dominant

A

is een hoofdletter bijvoorbeeld: B

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Notatie recessief

A

is een kleine letter bijvoorbeeld: b

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Notatie genotype homozygoot recessief

A

is twee kleine letters bijvoorbeeld: bb

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Notatie genotype homozygoot dominant

A

is twee hoofdletters bijvoorbeeld: BB

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Notatie genotype heterozygoot

A

is een hoofdletter en een kleine letter
hoofdletter altijd eerst!!!
Bijvoorbeeld: Bb

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Fenotype

A

is de uiteindelijke werking van het genotype Bijvoorbeeld: Ben heeft bruine ogen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Kruisingsschema

A

de methode om de kans op een eigenschap te berekenen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Kruising

A

twee personen/dieren die nakomelingen creëren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Zaadcellen

A

het ding waar een man zijn lichaamscellen/genotype door geeft DUS ALLEEN MANNEN!!!!!!!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Eicellen

A

het ding waar een vrouw zijn lichaamscellen/genotype door geeft DUS ALLEEN VROUWEN!!!!!!!

17
Q

Intermediair fenotype

A

de uitkomst als er twee verschillende fenotype nakomelingen maken en dat beide fenotype niet recessief of dominant dus komt er een mix en krijg je een derde fenotype/Intermediair fenotype

18
Q

Notatie even sterke allelen

A

de notatie is bijvoorbeeld voor een zwarte kip een witte kip en een grijze kip
is Kz Kz en Kw Kw als je die twee kruist krijg je een intermediair fenotype
is genoteerd als Kz Kw dit is grijs