hoofdstuk 12 Flashcards
4 componenten van emotie:
- cognities
- gevoelens
- acties
- fysieke veranderingen
James-Lange theorie
autonome opwinding en reacties van het skelet komen eerst
syndroom van Bradbury-Eggleston
output van het autonome zenuwstelsel naar het lichaam werkt niet of nauwelijks
Activiteit in de linkerhersenhelft
Behavioral Activation system, gekenmerkt door:
- lage tot matige autonome opwinding
- neiging tot toenadering
- blijdschap of woede
Agressief en anti-sociaal gedrag komt vaker voor bij mensen met ..
aanleg + slechte jeugd
- Lagere niveaus van MAO + mishandeld in hun jeugd
Mannen met een hoog percentage totesteron > meer agressief gedrag
Testosteron effect
Vermindert het vermogen om een boze gezichtsuitdrukking bewust te herkennen
Verhoogt reacties in emotiegerelateerde delen van het brein
Schade aan de amygdala
Geen voorkeuren meer, beoordelen alles ongeveer gelijk
Moeite met herkennen van expressies van gezichten
Verplaatsen van aandacht naar emotionele stimuli is beperkt
Paniekstoornis hersenafwijkingen
- Afwijkingen in de hypothalamus
- Verminderde activiteit van GABA
- Toegenomen niveaus van orexine
Hersenafwijkingen PTSD:
- Kleinere hippocampus
- Schade aan de amygdala > vaak geen PTSD
Benzodiazepinen werking
Binden aan bepaalde ontvangers van het GABA-a-complex
Trekken makkelijker de transmitter GABA naar zich toe
Chloorkanalen openen zich in het membraan
Instromen van negatieve chloorionen
Cel hyperpolariseert
Kans op een actiepotentiaal is kleiner
Effect = inhibitior
Gedragsgeneeskunde
= legt de nadruk op de effecten op de gezondheid van voeding, roken, beweging, stressvolle gebeurtenissen en ander gedrag
Generale adaptiesyndroom
een gegeneraliseerde reactie op stress
Generale adaptiesyndroom fase 1
- Alarmfase: verhoogde activiteit van het sympatische zenuwstelsel
Generale adaptiesyndroom fase 2
- Weerstandfase = activiteit van sympatische zenuwstelsel neemt af
Bijnierschors scheidt cortisol en andere hormonen af die verlengde alertheid onderhouden en zorgen voor het vechten tegen infecties en helen van wonden
Generale adaptiesyndroom fase 3
persoon is kwetsbaar, omdat het zenuwstelsel en het immuunsysteemniet genoeg energie hebben om goed te blijven herinneren
2 systemen die in werking worden gezet bij stress:
- Autonome zenuwstelsel
2. HPA-as = hypothalamus, hypofyse, en de bijnierschors
ACTH
Bijnierschors wordt aangezet tot de productie van hormonen, waaronder cortisol
Snellere stofwisseling
Verhoging bloedsuikerspiegel
Vergrote activiteit in de cellen
Versterkt activiteit van het immuunsysteem
leukocyten
witte bloedlichamen
- B-cellen
rijpen in het beenmerg, binden zich aan het antigen en produceren antilichaam
Antilichaam
= merkt of verzwakt het antigen
- Scheiden een antistof af
Antistof
y-vormige eiwitten die zich binden aan antigenen
Antigenen
vreemd materiaal aan onbekende proteïnesop het oppervlak die zorgen voor een aanval van witte bloedlichamen
- T-cellen
rijpen in de thymus, vallen indringers direct aan, sommige helpen andere T- of B- cellen met vermenigvuldigen
- Natural killer cells
vallen tumorcellen en virus geïnfecteerde cellen aan
Cytokines
worden door T-cellen geproduceerd om te vechten tegen infecties en om te communiceren met de hersenen
- Mechanisme van het immuunsysteem om te vertellen aan het brein dat het lichaam ziek is
Prostaglandinen
worden door het immuunsysteem geproduceerd, zijn aanvullende chemicaliën die slaperigheid versterken
Psychoneuroimmunologie
manieren waarop ervaringen het immuunsysteem veranderen en hoe hoe het immuunsysteem het CNS beïnvloedt