Hoofdstuk 11 Flashcards
1
Q
Ik verveel me
A
I’m bored
2
Q
Je vergist je niet
A
You’re not mistaken
3
Q
Nog geen
A
Not yet
4
Q
Vertellen
A
To tell
5
Q
Doe open
A
To open
6
Q
Het bedrijf
A
Company
7
Q
De accountant
A
Accountant
8
Q
Vergis ik me
A
Am I mistaken
9
Q
Druk
A
Busy
10
Q
Het buitenland
A
Abroad
11
Q
Dat klopt
A
That’s right
12
Q
Sinds kort
A
Recently
13
Q
Hét bevalt me
A
I enjoy it
14
Q
Naast
A
Besides
15
Q
Gewoon
A
Just, only