Hoofdstuk 11 Flashcards
De kampioen
The champion
Presteren
Κατορθωνω
Aanmoedigen
To support
De amateur
Ερασιτέχνης
De beloning
Ανταμοιβή
De bewondering
Θαυμασμός
Bijgelovig
Προληπτικός
De blessure
Τραυματισμός από άθλημα
De blijdschap
The happiness
De bond
Η ομοσπονδία
Chagrijnig
Γκρινιάρης
Het doelpunt
Πόντος
De hitte
The heat
individueel
Μεμονωμένα
De medaille
The mental
De opluchting
The relieve/ η ανακούφιση
Organiseren
Οργανώνω
Schoppen
Κλωτσάω
Sindsdien
Από τότε
De sjaal
The scarf
Het stadion
The stadium
De tegenstander
Αντίπαλος
De uitslag
The result
De vechtpartij
Αγωνιστική μάχη
De vreugde
The happiness
De droom
The dream
Keihard
Very hard
De klank
The sound
De samenwerking
The cooperation
De spiegel
The mirror
Strak
Δεμένος
De tocht
Trip
Toevallig
Τυχαιο
Het touw
Σχοινί
De uitdaging
Πρόκληση
Het uithoudingsvermogen
Η αντοχή
De beweging
The movement
De danseres
Χορευτές
De enkel
Αστράγαλος
Het lijf
The body
Schaken
Σκάκι
Verzwikken
Στραμπουλαω
De duw
Σπρωξιά
Halen
To get
Inzetten zich
To put effort
De opbrengst
Αποδοχές
Opgeven
To give up
Rechtstreeks
Directly
De traktatie
Το κερασμα
De weerstand
Η αντοχή
De wielrenner
Ποδηλάτης
