Hoofdstuk 10 Flashcards

1
Q

Wie was de stichter van de islam?

A

Mohammed

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wie was Mohammed ?

A

geen goddelijk hemels figuur maar mens van vlees en bloed die als profeet het woord van God in onvervalste vorm bij de mensen heeft gebracht
hij had vele contacten met joden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

waarvoor wordt de titel Allah gebruikt?

A

oppergod

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

voor wie was de situatie in Mekka niet rooskleurig?

A

vrouwen, kinderen en slaven leden er onder harde systemen. De islam zou hun rechten hebben verbeterd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

de geschiedenis van islam =

A

het leven van Mohammed

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Arabië zat lang tussen 2 rijken geklemd:

A

Byzantijnse en Perzische Rijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat was Mekka?

A

belangrijke handelsstad en religieus centrum

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wat doen moslims als ze de naam van Mohammed uitspreken of opschrijven?

A

dan voegen ze er ‘vrede zij met hem’ aan toe uit respect. Mohammed was een GERESPECTEERD handelsman in het 7de eeuwse Arabië

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

wat gebeurde er in 610 toen Mohammed aan het mediteren was in een grot bij de buurt van Mekka

A

hij kreeg een visioen van de aartsengel Djibriel (Gabriël) die Mohammed opdroeg te reciteren. Mohammed weigerde 3 keer tot de engel zei: ‘Reciteer in naam van God, uw schepper!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wat was het gevolg toen Mohammed in Mekka begon te dragen dat er maar 1 God was?

A

er was een tegenstand. Mohammed en zijn volgelingen vluchtte naar Medina. daar werd de eerste islamitische gemeenschap gevormd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wanneer begint de islamitische jaartelling?

A

met de reis (hidjra) van Mekka naar Medina

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat gebeurde er met het leiderschap na de dood van Mohammed

A

het leiderschap ging over op een reeks kaliefen (plaatsvervangers)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

wat DEDEN MOSLIMGROEPEN in 711

A

ze staken in het zuiden de Indus in Indië over en zo hebben ze hun gebied uitgebreid naar het oosten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

wat is Reconquista

A

de herovering van spanje door de christenen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

waarom hebben moslims een strijd tegen het westen?

A

de 19de eeuw werd als een geweldige vernedering ervaren voor moslims omdat de islam stilaan de macht en vele terreinen aan het verliezen waren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

wat betekent het woord islam

A

overgave aan god

17
Q

wat betekent islaam

A

innerlijke toestand van overgave aan God in verzoening, vrede en welzijn