hoofdstuk 1 woordjes Flashcards
la belle époque
(het mooie tijdperk) de periode van omstreeks 1890- 1914
tijd van de wereldoorlogen
negentiende tijdvak 1900-1950
tijdzone
gebied met dezelfde tijd
centralen
Duitsland, Oostenrijk en hun bondgenoten in de 1ewereldoorlog
geallieerden
(bondgenoten) in de twee wereldoorlogen de VS, Groot-Brittannië, Frankrijk en Rusland/sovjet-unie + hun bondgenoten
loopgraaf
uitgegraven gang waarin soldaten zich beschermen tegen vijanden
militarisme
verheerlijking van alles wat met het leger te maken heeft
mobilisatie
gevechtsklaar maken van het leger voor de oorlog
tweefrontenoorlog
oorlog waarbij in twee gebieden tegelijk gevochten wordt
wapenwedloop
race om de sterkste wapening
wereldoorlog
oorlog waaran veel volken in een groot deel van de wereld meedoet
bolsjewiek
communist
concentratiekamp
gevangenenkamp voor tegenstanders
bureaucratie
bestuur met veel ambtenaren en regels
communist
radicale socialist, aanhanger van lenin