Hoofdstuk 1 inleiding en bronnen van verbintenissen Flashcards

1
Q

Waarom wordt er gesproken van een gelaagde structuur in het BW

A

Omdat het van algemeen naar bijzondere regels gaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waaruit bestaat het vermogensrecht

A

Goederenrecht en verbintenissenrecht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Verschil rechtspersoon en natuurlijk persoon

A

Natuurlijk persoon is een mens van vlees en bloed

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is een rehtssubject of persoon ( in juridische zin)?

A

Een drager van subjectieve rechten en plichten, deze bezit mt andere woorden rechtspersoonlijkheid of juridische persoonlijkheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zijn rechtsobjecten?

A

Zijn goederen of voorwerpen waarover re then en verplichtingen kunnen bestaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

In het Nederlandse rechtsstelsel zijn de volgende rechtsbronnen formeel erkend:

A
  1. De wet
  2. De gewoonte
  3. De rechtspraak
  4. Europese en internationale regelgeving
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is een vermogensrechtelijke rechtsbetrekking?

A

een verbintenis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Leg Quint/ Te Poel uit

A

Feiten: Aanemer Quint had overeenkomst met een van de broers van Te poel. Te Poel betaalde niet en Quint wil geld zien. Maar overeenkomst is gesloten met verkeerde persoon.

Rechtsvraag: Kan Quint op grond van ongerechtvaardigde verrijking of op grond van redelijkheid en billijkheid betaling terugvorderen?

Rechtsregel: Na dit arrest is het artikel over bronnen van verbintenissen aangepast. Verbintenissen kunnen ook uit de wet voortvloeien, ook als er geen specifieke regeling staat.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly