Hoofdstuk 1. Het speelveld Flashcards

1
Q

Campagne

A

Een georganiseerde en doelgerichte reeks van activiteiten en communicatie-uitingen die zijn ontworpen om een specifiek marketingdoel te bereiken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Marketingcommunicatiecampagne

A

Een doelgerichte manier om een boodschap over te brengen naar een specifieke doelgroep, met als doel het gedrag of perceptie of bewustzijn van doelgroep te beïnvloeden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Always-On Engagement

A

Een continu en real-time communicatieproces waarbij merken relevante en gepersonaliseerde interacties leveren op specifieke momenten in de klantreis of besluitvormingsproces

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Traditionele geplande campagne

A

Een campagne met de focus op afzonderlijke en geplande campagnes die worden gelanceerd rond specifieke momenten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Voordelen Always-On Engagement

A
  • Betere klanttevredenheid
  • Hogere omzet
  • Groter aandeel in klantenuitgaven
  • Lagere marketingkosten
  • Snellere marktintroductie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Marketingcommunicatie

A

Het actief of reactief in contact treden met de doelgroep om saillantie, emoties, kennis en gedrag te beïnvloeden in een voor het marketingbeleid gunstige richting

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Informatief effect

A

Het versterken van de feitelijke informatie en het vergroten van de kennis over product/ merk van de consumenten zodat ze weloverwogen keuzen kunnen maken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Persuasief effect

A

Het overtuigen van de consumenten om bepaald product of merk te kiezen, via het inspelen op de emoties en het veranderen van de attitudes van consumenten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Marketing

A

Het vermarkten en vermerken van producten/ productmerken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Productmerken

A

Het merk dat specifiek gekoppeld is aan een bepaald product of productlijn en dat wordt gebruikt om het product te onderscheiden van de andere concurrerende producten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Corporate merken

A

Het merk van het gehele bedrijf in plaats van een specifiek product/ productlijn, het vertegenwoordigt de missie en visie en cultuur en identiteit van het bedrijf als geheel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Onderscheidende waarde

A

De waarde die het product uniek en aantrekkelijk maakt ten opzichte van concurrerende producten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Merkpositionering

A

De strategische manier waarop het merk zich in de markt plaats en zich onderscheidt van concurrenten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Merkpropositie

A

De belofte van het merk aan consumenten over de voordelen, waarden en unieke eigenschappen die het merk biedt aan consumenten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Instrumentele associaties

A

De aanwezigheid van bepaalde producteigenschappen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Psychosociale associaties

A

Het oproepen van gevoel of emotie, of betekenis geeft aan consument

17
Q

Merkimago

A

Het beeld dat een consument heeft van het merk, waarbij het belangrijk is dat merk een positief en herkenbaar merkimago heeft